‘Vliegende laptop’ F-35 blijft problemen opleveren

[ad_1]

Een „vliegende laptop”. Met dat – vaker gebruikte – beeld omschreef staatssecretaris Barbara Visser (Defensie, VVD) de F-35, toen het eerste toestel in oktober met schuim werd onthaald op vliegbasis Leeuwarden. Het nieuwe jachtvliegtuig zit namelijk boordevol sensoren en computerprogramma’s die veel data verzamelen en verwerken – zoals over de vijandelijke luchtafweer die de F-35 moet uitschakelen om een doel te kunnen bombarderen op de grond.


Lees ook de bijbehorende reportage over het jachtvliegtuig: ‘Met de F-35 kun je weer thuiskomen’

Werken al die geavanceerde systemen ook? Op de Amerikaanse luchtmachtbasis Eglin in Florida wordt dit getest door de F-35-apparatuur bloot te stellen aan signalen die de radar van de vijandelijke luchtafweer moeten simuleren – Nederland heeft die simulatietechniek niet in huis. Maar de testapparatuur kan niet genoeg radiosignalen genereren voor een „realistische” weergave van vijandelijke luchtafweersystemen, schrijft de evaluatieafdeling DOT&E, onderdeel van het Amerikaanse ministerie van Defensie.

Het is een van de vele strubbelingen die het gevechtsvliegtuig F-35 (voorheen bekend als de JSF) blijven kwellen, ook nu het toestel na jaren van vertraging en kostenoverschrijdingen daadwerkelijk wordt geproduceerd. De Tweede Kamer praat deze dinsdag met Visser over de F-35, die in het najaar in gebruik werd genomen en de komende jaren de F-16 gaat vervangen. Aanleiding is de dit najaar verschenen voortgangsrapportage waarover de Kamer 111 vragen heeft gesteld.Vier kwesties op een rij.

Goedkoper, maar duurder

In 2002, toen het tweede kabinet-Kok besloot om deel te nemen aan het JSF-project, verwachtte de luchtmacht voor ongeveer 4,5 miljard euro 85 toestellen te kunnen aanschaffen. Nederland koopt voor datzelfde bedrag nu 37 F-35’s, grofweg twee squadrons. Daarvan zijn er inmiddels tien afgeleverd; acht worden in de VS gebruikt om F-16-vliegers om te scholen of op te leiden, twee staan sinds kort op de luchtmachtbasis in Leeuwarden. Daarnaast heeft het kabinet geld opzijgezet voor negen extra toestellen, met de intentie dit aantal te verdubbelen tot een extra squadron.

In 2002 werd de prijs geschat op 37 miljoen dollar per stuk. Dat bedrag liep op tot 86,1 miljoen dollar in 2013, toen Nederland de eerste betalingen deed. Die stijging kwam volgens het rapport Lessen van de JSF (2019) van de Algemene Rekenkamer door inflatie, maar vooral door te optimistische inschattingen en door de steeds hogere eisen die aan het toestel werden gesteld.

In 2019 daalde de stuksprijs naar 82,9 miljoen dollar. Toch biedt dat volgens Defensie geen ruimte voor extra toestellen, want Nederland betaalt in dollars en die koers steeg. Als de dollar verder stijgt, zal de F-35 nog duurder worden. De exploitatiekosten zijn geraamd op 300 miljoen euro per jaar, voor onder meer brandstof en onderhoud.

Niet geheel onzichtbaar

De F-35 is een stealth-toestel dat wordt aangeprezen als ‘onzichtbaar’. Tegelijkertijd zijn er berichten – onder meer van radarfabrikanten – dat de F-35 wel degelijk te zien is op de radar. Hoe zit dat? „Stealth maakt niet geheel onzichtbaar, maar verkleint de kans op detectie aanzienlijk”, zegt staatssecretaris Visser in antwoord op Kamervragen. Uit „veiligheidsoverwegingen” wil Visser „geen verdere informatie” geven.


Lees ook Een (bijna) onzichtbaar gevechtsvliegtuig

Haar eerste mededeling klopt, haar tweede wekt verbazing: zo geheim is stealth niet. Een stealthtoestel is zo gevormd dat de radiogolven van de radar bij weerkaatsing zo afbuigen dat die niet goed kunnen worden opgevangen. Die truc werkt vooral goed bij korte golven – hoge frequenties – die normaal gesproken zo’n scherp radarbeeld geven dat je een vliegtuig onder vuur kunt nemen. Het werkt minder goed bij lange golven – lage frequenties – maar het radarbeeld dat die opleveren, is te wazig om hiermee een snel toestel te kunnen neerhalen.

Daarnaast is het mogelijk om een stealthvliegtuig te detecteren met zogeheten passieve radar. Dat is radar die geen radiogolven verstuurt, maar alleen signalen ontvangt – bijvoorbeeld reflecties van signalen van tv-zenders of gsm-masten, die in botsing komen met het vliegtuig. Door die signalen te combineren en onbruikbare gegevens weg te filteren is af te leiden waar het vliegtuig is. Dat vergt slimme software en veel computerrekenkracht.

Catalogus van problemen

Zoals het voorbeeld met de testapparatuur toont, duiken er voortdurend problemen en probleempjes op. De Amerikaanse rekenkamer, de GAO, signaleerde in april vorig jaar maar liefst 966 tekortkomingen in de maand januari 2018. Het leeuwendeel – 855 – valt in ‘categorie 2’, ofwel gebreken die missies kunnen (ver)hinderen. De resterende 111 tekortkomingen vallen in ‘categorie 1’ en kunnen gevaarlijk zijn voor de veiligheid, zoals problemen met het landingsgestel dat kan breken bij een klapband.

Inmiddels zijn die ernstige tekortkomingen terugbracht tot dertien, waarvan er acht betrekking hebben op de F-35A – de standaardvariant die ook Nederland afneemt. Zo is een slecht functionerende benzineleiding, waardoor in 2018 een Amerikaanse F35B is neergestort, vervangen – ook in enkele Nederlandse F-35A’s. Volgens het Amerikaanse Bloomberg staan er in het nieuwste evaluatierapport dat een dezer dagen verschijnt geen nieuwe, grote tekortkomingen, maar heeft het boordwapen van de F-35 een „onacceptabele” nauwkeurigheid wat betreft het raken van doelen op de grond.

Daarnaast zijn nog enkele honderden lichtere gebreken onopgelost en haalt het programma voor instandhouding en betrouwbaarheid nog altijd maar de helft van de acht criteria. Om deze risico’s te beheersen neemt Defensie tal van maatregelen, zoals het gebruik van kitmaterialen met korte droogtijden; daardoor staan vliegtuigen korter aan de grond.

Breuk met Turkije

Op 17 juli 2019 kondigde het Pentagon aan NAVO-partner Turkije uit het F-35 programma te zetten. Een zware maatregel als gevolg van een geopolitiek conflict: Turkije besloot Russische S-400-luchtdoelraketten aan te schaffen en „ondermijnt [daarmee] de beloften van alle NAVO-bondgenoten om geen gebruik te maken van Russisch materieel”, aldus een persbericht.

Die beslissing heeft niet alleen financiële gevolgen – Turkije zou honderd toestellen aanschaffen, het leidt tot 75 miljoen euro aan extra kosten voor de gehele levensduur van de nu 46 aangeschafte toestellen – maar ook voor de productie. Want Turkije, betrokken sinds de eerste ontwikkelingsfase in 1999, zou 937 onderdelen van de F-35 maken, vooral bedoeld voor de romp en motoren. Die onderdelen waren ook bestemd voor andere afnemers.

Het is bovenal een pijnlijke breuk: Turkije is een belangrijke NAVO-partner, ook voor de VS, met na de Amerikanen het grootste NAVO-leger. Met de aankoop van Russisch materieel heeft het een afweer in huis gehaald dat door de Russen is ontwikkeld om stealthvliegtuigen – en dus ook de F-35 – uit de lucht te kunnen schieten.

[ad_2]

- Advertentie -