Review: Bang & Olufsen Beosound Stage – Luxe soundbar

[ad_1]

Bang & Olufsen kennen we natuurlijk als fabrikant van luxueuze, kostbare audiotoestellen. Maar met de Beosound Stage pakken de Denen het toch anders aan. De soundbar met Dolby Atmos-ondersteuning en Chromecast is competitief geprijsd, toch in de premiumklasse.

Bang & Olufsen Beosound Stage

Een van de laatste keren dat we de fabrieken van Bang & Olufsen bezochten, mochten we er een nieuwe speaker ontdekken die circa 35.000 euro per stuk kost. Dat deze Beolab 90 een sterk staaltje design en techniek was, daar bestond geen twijfel over. Maar mainstream of bereikbaar, dat kon je de manshoge weergever moeilijk noemen. Dat is wel anders met de Beosound Stage, Bang & Olufsens eerste echte soundbar. Het is een volbloed B&O qua stijl en ook qua geluid, maar het recept en het prijskaartje maken hem relevanter voor een groter publiek dan voorheen bij het luxemerk het geval was.

- Advertentie -

Voor ongeveer 1.500 euro krijg je een forse en toch verfijnde soundbar die compatibel is met Dolby Atmos (3D-surround met extra geluid uit de hoogte), Chromecast én Google Assistant. Dat is niet niets natuurlijk, maar ook andere premium-soundbars zitten grofweg in deze prijsklasse. Denk aan de Yamaha YSP-5600 of Samsung HW-Q90R, bijvoorbeeld. De spitstechnologische Sennheiser Ambeo soundbar kost zelfs 1.000 euro meer. Het is dus duidelijk dat Bang & Olufsen met dit product de drempel om iets van hun merk te kopen verlaagt. Maar is het een goede soundbar en blijft het nog trouw aan de filosofie van het Deense merk?

Knap in hout

Nog even over dat prijskaartje. We stellen dat de Stage 1.500 euro kost. Dat klopt, maar enkel als we spreken het over de zwarte uitvoering die met aluminium is omkaderd. Er zijn twee andere versies, Smoked Oak en Bronze, die beiden aluminium inruilen voor hout en een modieuzer stofje. De twee houtedities zijn naar onze smaak heel knap en stijlvol. Misschien is de Stage in een van die uitvoeringen zelfs de verleidelijkste soundbar die we ooit zagen. Onze favoriet is de Bronze, waarbij een lichte, goudkleurige houtsoort gecombineerd wordt met een taupé-stofje van Kvadrat.

We slikken wel even als we ontdekken dat net deze twee houtversies een pak meer kosten. Aan zowel de Stage in Smoked Oak als in Bronze bengelt een prijskaartje van 2.250 euro. Een meerprijs van 750 euro voor weliswaar een danig luxueuzere afwerking, het is toch wel wat. Technisch zijn in elk geval alle drie edities van de Stage gelijk.

Los van de gebruikte materialen is het design van de drie Stage-uitvoeringen gelijk. We hebben de aluminiumversie met een zwart stof (niet van Kvadrat, overigens) op bezoek, wat allesbehalve een lelijk toestel is. Bang & Olufsen-kenners weten dat het Deense merk echt een expert in het behandelen van aluminium is, met een eigen fabriek (incluis gigantische bad om te anodiseren) die toonaangevend heet te zijn. Naast de B&O-audiotoestellen die er van de band rollen, produceert dezelfde fabriek daarom veel aluminium dashboardelementen voor de premiummodellen van merken als Audi. Voeg aan die fabricage-knowhow nog toonaangevende designers, en je bezit alles om een toestel te bouwen dat heel mooi in een interieur past.

Huiskamervriendelijk

De Beosound Stage is 110 cm breed, wat goed past bij een 55-inch televisie. Heb je een groter of kleiner schermformaat? Groter soundbars vinden we meestal niet mooi als ze gecombineerd worden met kleinere schermformaten, maar dit toestel is de uitzondering die de regel bevestigt. Het is betrekkelijk dun (7,7 cm), en opgehangen oogt de Stage zelfs nog slanker. Dat komt omdat het kader dat rond de soundbar loopt maar een deel van de dikte inneemt. De basis is een stukje kleiner, waardoor de Stage voor de muur lijkt te zweven. Als je de soundbar op een meubel plaatst, dan is dit optisch trucje minder overtuigend. Logisch, want die basis zie je niet als de Stage ophangt, maar bij een meubelplaatsing kijk je er recht op.

De Stage kun je bedienen via een app en Google Home (zie verder), maar er zijn ook fysieke knoppen die op een fraaie manier in de zijkant verwerkt zijn. Het zijn geen kunststoffen knopjes – wat dacht je, dit is B&O – maar toetsen uit hetzelfde materiaal als het kader (aluminium of hout, naargelang de versie). De knoppen zijn bovendien bijna naadloos geïntegreerd in het geheel, waardoor het allemaal strak en modern blijft ogen.

De afwerking is op z’n Bang & Olufsens. Er is bijvoorbeeld goed nagedacht over kabelmanagement. Waar vele soundbar afkomen met een of meerdere nissen waarin je dan connectors voor kabels moet zoeken, heeft de Stage een ruime nis waarin ook high-end HDMI-kabels probleemloos een plek vinden. Eens alles is aangesloten, sluit je de nis netjes af met een deksel. Het is een detail, maar het maakt de integratie in je interieur net weer iets eenvoudiger.

11 speakers, 550 Watt

Er zijn goedkope soundbars op de markt die een Dolby Atmos-ervaring beloven, geleverd door twee of drie speakers. Het gaat in dat geval uiteraard om een gevirtualiseerde weergave, waarbij die drie speakers via slimme speakers zich moeten gedragen als 9 of 11 aparte luidsprekers. Want dat is wat je nodig hebt om Dolby Atmos echt weer te geven zoals het hoort. Gegeven het prijskaartje zijn we blij dat Bang & Olufsen dat virtuele pad niet gevolgd heeft met de Stage. De grote soundbar bevat wel degelijk elf discrete luidsprekers, al merk je daar visueel weinig van. Alles is netjes weggestopt achter de luidsprekerstof die over de volledige bovenkant loopt. Overigens, de ‘bovenkant’ in de vorige zin en elders in deze review moet je lezen als ‘voorkant’ wanneer je de Stage op de muur hangt. Dat gaat heel gemakkelijk via de voorziene uitsparingen. Er is geen bijkomende beugel of bracket nodig. Gewoon twee schroeven in de muur voorzien en je kunt de soundbar monteren. In de bijhorende Bang & Olufsen-app moet je wel aangeven of de Stage op de muur hangt dan wel op een meubel staat, want naargelang de positie van de soundbar worden de luidsprekers anders aangestuurd.

Bang & Olufsen ziet sommige mensen de Stage ook gebruiken als standalone speaker voor muziek, bijvoorbeeld op een dressoir in de eetkamer. Wie dat wenst kan bij de fabrikant dan een stand aanschaffen waardoor de Beosound Stage recht staat (zoals bij muurmontage) op een meubel.

Waar is de remote?

Bang & Olufsen doet het altijd wel op zijn eigen manier. Zijn we dan verbaasd dat we in de doos nergens een afstandsbediening vinden? Niet echt, al is het wel wat vreemd voor een toestel zoals deze. We hebben in elk geval nog nooit een soundbar ontvangen zonder remote. Het volume van de Beosound Stage kun je uiteraard wel regelen via de afstandsbediening van de tv, vooropgesteld dat je de soundbar via HDMI-ARC aansluit. Dat raden we ook aan. Maar zaken als geluidsmodi wisselen kan dan weer niet via het tv-kastje. Daarvoor ga je moeten grijpen naar de Bang & Olufsen-app (die echter niet geschikt is voor volumeregeling) of extra investeren in een Bang & Olufsen-remote, een meeruitgave van circa 200 euro, naargelang het gekozen model. Met een afstandsbediening als de Beoremote 1 krijg je wel een aluminium remote in handen die waanzinnig hoogwaardig en luxe is afgewerkt. Omdat B&O nauw samenwerkt met LG, is de Beoremote 1 trouwens ook geschikt om de LG C9 te bedienen.

De Bang & Olufsen-app die bij de Stage hoort gebruik je ook voor andere B&O-toestellen. Toch moet je er niet zoveel van verwachten, want het is heel sober en dient bij de Stage vooral om de geluidsmodus te veranderen. Of je dat veel gaat doen, is een andere vraag, want de fabrikant heeft handig genoeg een optie voorzien waarbij je per ingang op de Stage instelt welk geluidsmodus moet spelen. Wel interessant – vooral voor muziek – is dat je een persoonlijk geluidsmodus kunt creëren door een bolletje te bewegen in een vierkant met vier delen. Het bolletje richting de hoek ‘Helder’ slepen bijvoorbeeld, verhoogt de verstaanbaarheid van dialogen. Leuk gevonden en zo kun je de Stage toch behoorlijk goed tunen naar je eigen smaak.

De app mist wel een paar zaken die je zou verwachten. Zoals een volumeregeling of een manier om de ingang te selecteren. De soundbar detecteert zelf wel als er een signaal op een bepaalde ingang wordt aangeboden, maar toch zou het nuttig zijn als je zelf van ingang kon wisselen.

Bang & Olufsen heeft altijd sterk ingezet op multiroom en integratie, nog voor die zaken een hype werden. Dat de Beosound Stage via Beolink kan samenwerken met andere B&O-apparaten, zal dus niet verbazen. Dit aspect hebben we door een gebrek aan een woning vol Bang & Olufsen-producten echter niet getest.

Muziek afspelen gaat heel makkelijk

Omdat de Stage zowel AirPlay 2 als Chromecast heeft ingebouwd, is het streamen van muziek wel heel eenvoudig. Het maakt niet uit of je een Apple-toestel of een Android-apparaat in huis hebt, er is altijd wel een weg. Casting naar Chromecast en AirPlay worden door nagenoeg elke streamingdienst ondersteund, incluis Apple Music, Deezer, Qobuz en Tidal, zodat je ook op dat vlak niet tegen beperkingen oploopt. Mocht dat toch het geval zijn, dan heb je nog altijd de optie om te streamen via Bluetooth. Maar AirPlay 2 en Chromecast zijn te verkiezen als het kan, want dan geniet je van een hogere lossless-kwaliteit in plaats van muziek waarbij een deel van de audiodata weggegooid is. Om volledig te zijn, vermelden we nog dat de Stage DLNA-compatibel is. Je kunt dus eigen muziekbestanden of (via bepaalde apps, zoals BubbleUPnP of mConnect) streamingdiensten ook op deze manier beluisteren.

De aanwezigheid van Airplay 2 en Chromecast maakt het verbinden van de Beosound Stage met je WiFi-netwerk wel heel eenvoudig. In de Google Home-app bijvoorbeeld, zie je de soundbar opduiken en kun je hem in enkele stappen configureren. Dit maakt het bedienen van de soundbar via stemcommando’s ook mogelijk, al zit er geen microfoon in de Stage ingebouwd. Je hebt dus een Google Home mini of iets gelijkaardig nodig.

Via de Bang & Olufsen-app kun je trouwens een koppeling met Deezer en TuneIn-internetradio maken, maar aangezien beide diensten Airplay en Chromecast ondersteunen ga je die mogelijkheid wellicht niet gebruiken.

Muzikaal weet de Stage snel te overtuigen. Net zoals bij de KATCH One van Dali merk je bij de Beosound Stage dat de wortels van Bang & Olufsen in de hifi zitten. De soundbar is dus ook door tonmeister Geoff Martin getuned, dezelfde oren die alle andere B&O-audiotoestellen qua klank op punt zet. Zelf nog verder afregelen via de app kunnen we echter wel nog aanraden, al zouden we de optie ‘Inhoudsverwerking’ op ‘uit’ laten. Deze functie lijkt niet goed om te kunnen met plotse dynamische veranderingen, wat we merken als we luisteren naar ‘Shakedown’ van Valerie June’. Bij een overgang naar een luider stuk begint dan het liedje plots een stuk stiller te spelen. Beter zonder die functie dus. Als we luisteren naar ‘Hurt’ van de Noorse techno-DJ Gundelach of ‘Team’ van Lorde kunnen we in elk geval niet klagen over de volheid van de bassen. Heftig, zeg! Je moet wel in de app opteren voor meer helderheid om de weergave strakker te maken, want al het basgeweld dat we ervaren in de standaardmodus ondermijnt wel het ritmegevoel een beetje. Vooral bij klassiek en elektronische muziek is dat belangrijk.

Machtige bassen, ruimtelijke weergave

Om de Atmos-prestaties van de Stage te checken, doorlopen we eerst de standaard Atmos-demo’s van Dolby. We sluiten daarvoor een nVidia Shield op de extra HDMI-poort van de soundbar aan; zo zijn we zeker dat er echte Atmos-stream wordt aangeleverd. De Beosound Stage is trouwens eARC-compatibel, zodat in theorie ook een Atmos-stream door de streaming apps van een televisie (ook met eARC) kan geleverd te worden. Onze LG OLED55B6V is voor die technologie echter net te oud, vandaar de keuze om te werken met een externe bron zoals de Shield.

We waren best benieuwd naar hoe de Beosound Stage de Dolby-demo’s zou neerzetten. Bang & Olufsen zegt immers niet echt veel over de Atmos-ondersteuning, ook niet over een bepaalde plaatsing om het beste effect te krijgen. Je moet de soundbar gewoon plaatsen waar je wilt en naar een film kijken. Software om het geluid van de soundbar af te stemmen op de kamer (zoals bij Yamaha of Sennheiser) of allerlei instellingen om de verschillende kanalen af te regelen (zoals bij LG of Samsung) zijn er niet. Dat zijn nochtans functies die we doorgaans nuttig vinden in onze woonkamer met zijn 3,15 m plafondhoogte en grote deuropening aan de linkerzijde naar de volgende ruimte. Met die reservaties in gedachten, zijn we eigenlijk wel verrast door de Stage. Het geluidsbeeld dat de soundbar creëert is inderdaad driedimensioneel en veel groter dan het tv-scherm. Bij ‘Audiospere’, met een balletje dat door de kamer vliegt om op een high-tech xylofoon te spelen is er een duidelijk onderscheid tussen laag en hoog en links en rechts. Zelfs het verschil tussen ‘voor’ en ‘achter’ in de ruimte is merkbaar, tot op een zeker punt dan. Zonder aparte rear-speakers kan het geluid niet echt van achter je komen. Maar B&O gebruikt hier wel een paar sonische trucjes om je toch een dieptegevoel te geven, waardoor in de bekende ‘Leaf’-demo het blaadje echt rond het scherm lijkt te tollen. Kortom, de Stage zet een knap 3D-beeld neer dat wel vooraan bij het scherm blijft hangen. Hoe luider je het volume zet, hoe grootser dat beeld.

Wat meteen opvalt bij de demo’s en later helemaal bevestigd wordt als we kijken naar ‘Avengers: Endgame’ (Ultra HD, Dolby Atmos) is dat de Stage ook bij films de bekende Bang & Olufsen-trukendoos effectief weet aan te wenden om in de Movie-modus toch wel heel overweldigende bassen te produceren. We zijn zelfs geneigd om de bas een punt of twee lager af te regelen, want dit is een beetje te veel van het goede in deze ruimte. Gelukkig kan dat aanpassen eenvoudig via de app. Tegelijkertijd noteren we dat de aparte speakers goed worden ingezet om ook dialogen helder en duidelijk weer te geven. Het is niet zo goed als een aparte centerspeaker, maar de informatie uit het centerkanaal komt voornamelijk uit het midden. Hierdoor krijg je een realistisch gevoel van stemmen die uit het scherm komen.

Nog net op de valreep bij het afronden van de test bekeken we ‘6 Underground’ (Dolby Digital, Netflix), de nieuwste worp van spektakelregisseur Michael Bay. Het is even goed als zijn vorige films – wat dat juist betekent laten we aan jouw verbeelding over – en het is rijkelijk gevuld met autoachtervolgingen, ontploffende gebouwen en vuurgevechten. De Stage kan die hectische, ultradrukke soundtrack probleemloos weergeven zonder dat het een grote geluidsbrij wordt, ook bij echt hoge volumes. En dat lukt niet zoveel soundbars. En man, wat kan dit ding luid! Michael Bay zou er gelukkig mee zijn, vermoeden we.

Conclusie

Bang & Olufsen-toestellen staan traditiegetrouw hoog op het menu bij mensen die houden van premiumdesign en -materialen. Op dat vlak stelt de Beosound Stage niet teleur, ondanks een prijskaartje dat voor het Deense merk niet extreem hoog ligt. Het ligt wel een stukje hoger als je gaat voor de knapste houtuitvoeringen. Dat vinden we wel spijtig.

Maar op geluidsvlak heeft de Stage wel iets te bieden. Echt een uitdager voor omhullende Atmos-toppers zoals de Sennheiser Ambeo Soundbar of de Samsung HW-Q90R is de Stage niet, want een 3D-geluidsbeeld wordt niet echt neergezet. Maar het is wel verdienstelijk in het creëren van een machtige en toch wel meeslepende geluidsweergave die groter is dan je scherm, waardoor films veel Muzikaal vinden we vooral sterk, zeker als je de tijd neemt om de klank via de app te finetunen.

Minpunten

  • Remote is aparte aankoop (en eigenlijk een must)
  • Geen kalibratiefunctie en bescheiden opties qua audio
  • De mooiste houtversie is stukje duurder
  • Karig qua HDMI-ingangen

Pluspunten

  • Een van de knapste soundbars beschikbaar
  • Krachtige bassen zonder subwoofer
  • Brede uitstraling, ook geschikt voor grote kamers
  • Prima voor muziek
  • Kan ook verticaal plat tegen de muur

[ad_2]

- Advertentie -