[ad_1]
De Nederlandsche Bank (DNB) meldt donderdag dat het verschil tussen ‘groene’ en ‘niet-groene’ woningen op kan lopen tot gemiddeld 7.000 euro in prijs. Dat grote verschil is te verklaren door onder anderen de kosten die er gemaakt moeten worden om de woning te verduurzamen.
“De energie labels, die door Europese wetgeving verplicht zijn gesteld, helpen huizenkopers bij het beter inprijzen van het verwachte energieverbruik”, aldus DNB. Hierdoor wordt het, volgens de centrale bank, voor verkopers aantrekkelijker om hun woning te verduurzamen.
Positieve premies
De Nederlandsche Bank laat weten van een ‘positieve premie’ te spreken die bij de prijs van ‘groene’ huizen kan worden opgeteld, want huizenkopers verwachten hierdoor dat het energieverbruik lager zal zijn en omdat de kosten van de verduurzaming al zijn gemaakt. De verkopers moeten de premie niet te hoog leggen, want dan prijzen ze zichzelf uit de markt. Echter moet de premie ook weer niet te laag zijn, want dan zal het niet aantrekkelijk genoeg zijn voor huizenbezitters om te verduurzamen.
Ontwikkeling van de premies
Een huis met een ‘groen’ label leverde in vergelijking met een ‘niet-groen’ label in 2017 meer dan 7.000 euro extra op. Voor 2015 was dit verschil nog veel minder groot, wat betekent dat huizenverkopers een stuk minder werden beloond voor het verduurzamen van een huis. In 2015 was het verschil het grootst, namelijk gemiddeld 9.000 euro.
Gerelateerd
[ad_2]