[ad_1]
Drukte in de ziekenhuizen, thuiswerken en wellicht een economische recessie. Het coronavirus brengt een hoop moeilijkheden met zich mee. Maar wat als dit virus twintig jaar geleden was neergestreken?
Als we in 2000 dezelfde corona-perikelen zouden ondergaan als we momenteel ondervinden, hadden we het twintig jaar geleden nog lastiger gehad of was ons ook een hoop zorgen bespaard gebleven?
Om antwoord te krijgen op deze ietwat omstreden vraag, zijn zaken als de zorg, economie en werk goed vergelijkingsmateriaal. Diederik Dicou is hoofd van de sector publieke financiën bij het Centraal Planbureau en bekijkt de vraag vanuit economisch perspectief. „Als we kijken naar welke economische trends sinds 2000 de economische structuur anders hebben gemaakt, zien we drie grote ontwikkelingen. Daarbij hebben twee een negatief effect in tijden van het virus en is één positief.”
Als negatieve ontwikkelingen in tijden van het virus noemt Dicou de toename van het aantal flexwerkers en zzp’ers en de globalisering. „De flexwerkers en zzp’ers raken nu snel zonder inkomen en daardoor krijgen we sneller op macro-economisch niveau last van de crisis. Dit is daarmee moeilijker in te dammen dan wanneer mensen in loondienst werken.” Daarnaast legt hij uit dat de afhankelijkheid en verbondenheid door globalisering ook beperkingen met zich meebrengt. „Kijk naar de opkomst van China in de wereldeconomie. Onze producten bevatten onderdelen die over de hele wereld vandaan komen. Bedrijven vertrouwen op al die internationale verbindingen en die maken ons kwetsbaar.”
Toch is er ook een positieve trend volgens Dicou en dat is de nieuwe manier van werken. „Die is heel anders dan twintig jaar geleden. Door telewerken blijft veel overeind. Kantoorbanen gaan zo goed en zo kwaad als dat gaat door vanuit huis en er is veel mogelijk door digitale middelen.”
Op de vraag of we er twintig jaar geleden slechter vanaf waren gekomen, antwoordt Dicou: „Anders, het was vooral anders geweest. We zouden minder problemen in de industrie hebben ervaren, omdat we minder afhankelijk zouden zijn. Maar uiteindelijk treft een wereldwijde recessie iedereen.”
Verspreiding
Wojtek Przepiorka is socioloog en onderzoeker aan de Universiteit Utrecht. Hij noemt een aantal verschillen die de situatie twintig jaar geleden anders had gemaakt. „We hadden toen nog geen smartphones en het internet stond nog in de kinderschoenen. Misschien had het virus zich wat langzamer verspreid, omdat China niet zo’n grote speler in de wereldeconomie was als nu. En misschien zouden we meer slachtoffers hebben gemaakt omdat de technologieën voor het diagnosticeren van virusinfecties die vandaag beschikbaar zijn, twintig jaar geleden niet zo geavanceerd waren.”
Volgens Przepiorka zijn we vandaag de dag beter af met het coronavirus. „We weten meer dan twintig jaar geleden. We hebben meer instrumenten om de pandemie onder controle te houden. Kennis over het virus wordt sneller verspreid en bereikt online een veel groter publiek dan in de nog jonge jaren van het internet in 2000.” Przepiorka vervolgt: „En misschien nog belangrijker: de mogelijkheden om te werken op afstand en delen van de economie en de overheid draaiende te houden, zijn veel beter dan twintig jaar geleden.”
Maria Peeters, als arbeids- en organisatiepsycholoog verbonden aan de Universiteit Utrecht, vertelt dat we door technische hulpmiddelen als Skype, Teams en WhatsApp tegenwoordig zeker beter in staat zijn werk vanuit huis te doen. Ondanks dat denkt zij niet dat deze situatie twintig jaar geleden meer of minder impact zou hebben gehad. Thuiswerken is volgens haar niet nieuw. „Er wordt al sinds een aantal jaren volop tijd- en plaats onafhankelijk gewerkt. Een groot verschil is echter dat we nu gedwongen worden om thuis te werken. En onderzoek laat zien dat onvrijwillig thuiswerken gepaard gaat met meer stress. Dat is nu zo en zou twintig jaar geleden ook zo zijn.” Peeters noemt nog twee argumenten die het thuiswerken lastig maken. „Het gaat om een volle werkweek thuiswerken, niet wetende voor hoelang. Daarnaast zijn de overige gezinsleden ook veelal thuis. Dit vraagt veel van het organisatietalent, het zelfmanagement en van de intrinsieke motivatie van werkenden. Dat zou een tiental jaren terug niet anders zijn geweest.”
Verzorgingsstaat
Roland Bertens is historicus en universitair docent gezondheidsrecht aan het UMC Utrecht. Hij zegt: „Het is een ingewikkelde vraag. In tijden van het coronavirus gaat het om curatieve zorg, zoals ziekenhuiszorg. Die zorg valt in Nederland onder gereguleerde marktwerking. Daarin hebben de verzekeraars de regierol en is de rol van de overheid in theorie klein.”
Volgens hem ontstaat de aanleiding voor ons huidige zorgstelsel in 2000. „De budgetten in de zorg waren toen krap en dat leidde tot lange wachttijden. Daarom besloot de overheid met het oog op efficiënte marktwerking in de zorg in een nieuw stelsel in te voeren. Als de coronacrisis twintig jaar geleden had plaatsgevonden, dan had de overheid die marktwerking misschien niet toegelaten”, zegt Bertens. „Je ziet nu dat de overheid moet inspringen op alle fronten. De marktrol wordt door de overheid weer opgepakt, waarmee de verzorgingsstaat voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog weer in één keer heel snel groeit.”
Bertens denkt dat we twintig jaar geleden grote gevolgen hadden ervaren aan het virus. „De wachtlijsten waren dan een groot probleem geweest. Sterfgevallen, onder niet-corona patiënten die het ziekenhuis hadden gemeden, zouden toen waarschijnlijk hoger zijn geweest. Verder was een klein deel van de bevolking in Nederland niet verzekerd, dat is nu wel het geval. In Amerika is momenteel bijna tien procent van de bevolking niet verzekerd en dat kan dramatisch aflopen.”
[ad_2]