De Stoffeerder: ‘Op mijn veertiende wist ik al dat ik het familiebedrijf wou voortzetten’ – Family Business

[ad_1]

Bij het familiebedrijf De Stoffeerder is met Sven Van der Straeten de derde generatie aan het roer. Toch blijven de ouders de aandeelhouders. “Zij hebben zich echt vastgebeten in het bedrijf. Dan is het maar normaal dat je niet snel loslaat.”

De familie Van der Straeten stoffeert al meer dan vijftig jaar stoelen, banken en zetels. Met Sven Van der Straeten staat de derde generatie aan het roer van De Stoffeerder, een kmo met een omzet van 800.000 euro en een tiental medewerkers.

- Advertentie -

Svens grootvader Felix Van der Straeten startte in 1966 met de productie van zetels en salons. Die verkocht hij aan grote meubelwinkels. Hij begon met een klein atelier in Sint-Gillis Dendermonde, hij als garnierder en zijn vrouw Jeanne Smet al snijdster-stikster. Al na vier jaar bleek het atelier te klein. In 1970 volgde de verhuis naar de huidige werkplaats in Buggenhout.

“De zaak floreerde, tot de vraag ineens stilviel door de massale invoer van goedkope salons uit Italië. Daardoor legde mijn grootvader zich vanaf dan vooral toe op repareren en herstofferen van salons”, zegt Sven Van der Straeten (39). Hij is de zaakvoerder. Zijn vader Walter Van der Straeten (63) ontfermt zich over de particuliere klanten, zijn moeder Marleen Verhofstadt (62) doet de boekhouding. De echtgenote van Sven, Regina Sevostiyanova (36), ontfermt zich deeltijds over de communicatie en de sociale media.

‘Dik tegen mijn goesting’

In 1998 nam Walter, de enige zoon van Felix, de leiding over het bedrijf. Hij was toen 45 jaar. “Met mijn 18 ben ik dik tegen mijn goesting als werknemer begonnen in de zaak van mijn vader”, zucht Walter. “Eigenlijk wilde ik kok worden, maar dat mocht niet. Thuis was er veel werk en het was vanzelfsprekend dat ik meehielp. Uiteindelijk zag ik ook wel het potentieel in van het bedrijf. Tot ik besliste de zaak over te nemen, werkte ik niet alleen daar, maar was ik ook officier bij de brandweer. Toen mijn vader stopte en ik het bedrijf overnam, ben ik gestopt bij de brandweer. Ik heb me vanaf dan voluit ingezet voor de zaak.”

De jaren voordien was Walter ook al voorzichtig gestart met een koerswijziging. Voortaan werd ook de markt van de particulieren aangeboord. “Ik was geen enkele avond thuis en ging van de ene klant naar de andere. En die aanpak werkte. De opdrachten stroomden binnen en we moesten nieuwe mensen aanwerven.” Onder de leiding van Walter Van der Straeten breidde het team van De Stoffeerder zich uit van vier naar tien mensen.

Fabriekskind

Ook Sven Van der Straeten begon al heel jong voor zijn vader te werken. En in tegenstelling tot vader, wilde hij nooit iets anders doen dan het familiebedrijf voortzetten. “Al op mijn veertiende zat dat in mijn hoofd. Ik ben ook letterlijk opgegroeid in het atelier. Met de stoffen die ik er vond, maakte ik zelf zakken, waarin ik dan mijn speelzwaarden stopte. En samen met mijn grootvader demonteerde ik stoelen, waarna hij me leerde die weer te stofferen. Ik was voorbestemd om dat te doen.”

Sven Van der Straeten studeerde interieurvormgeving aan Sint-Lukas in Brussel. Na die studies vertelde hij ook aan zijn ouders dat hij in de zaak wilde werken. “Dat was wel een verrassing”, zegt vader Walter. “Ik zie ons nog altijd in de keuken staan. Mijn vrouw en ik wisselden even een blik en zegden dat het goed was.”

Op dat moment hadden Walter en zijn vrouw zelf nog maar enkele jaren daarvoor het bedrijf overgenomen. “Voor mij was dat ook het sein voor verdere vernieuwing en stelselmatige investeringen in nieuw materiaal. Zonder de zekerheid dat onze zoon de zaak zou voortzetten, hadden we alles gehouden zoals het was.”

Weer leren timmeren en lassen

Na zijn studies maakte Sven Van der Straeten een opvallende tussenstop in het beroepsonderwijs. Als 21-jarige kwam hij terecht tussen weinig gemotiveerde tieners. Walter: “Ik stond erop dat hij echt een praktische opleiding kreeg. De leraars begrepen het niet goed en vonden het aanvankelijk ook geen goed idee. Maar ik hield voet bij stuk. Hij moest met zijn handen kunnen werken vooraleer hij in de zaak aan de slag kon.”

Voor Sven Van der Straeten was dat wel even wennen: leren timmeren en lassen. “Ik voelde zelf ook wel dat ik naast mijn theoretische kennis nog wat extra bagage kon gebruiken. Een interieurarchitect kan op papier dan wel een hele mooie zwevende bank tekenen. Dat wil nog niet zeggen dat het technisch te doen is. Dan helpt het dat je al bij de aanvang weet wat er voor de metaal- of houtstructuur al dan niet haalbaar is.”

Donder en bliksem

Net zoals zijn vader de bedrijfsactiviteiten uitbreidde, zocht en vond ook Sven Van der Straeten een nieuw marktsegment. Zijn achtergrond als interieurvormgever en connecties in de interieurwereld hielpen daarbij. Het familiebedrijf werkte steeds vaker voor architectenbureaus en grote interieurontwerpers met wereldfaam. Voor hen maakt De Stoffeerder nu ook meubels en zetels op maat: met projecten in Parijs, Genève, Beverly Hills en Beiroet. En sinds enkele jaren legt het bedrijf zich ook toe op raamdecoratie, wandbekleding en tapijt op maat. Sven: “We kunnen niet op één paard wedden, zoals mijn grootvader deed. Dan zijn we veel te afhankelijk van één marktsegment en een beperkt aantal klanten”.

Door al die nieuwe activiteiten hebben vader en zoon ook elk hun eigen werkterrein. Walter is inmiddels weliswaar officieel met pensioen. Toch is hij nog vaak aanwezig in het atelier, en blijft hij de contactpersoon voor de particuliere klanten. Sven is het aanspreekpunt voor de professionele klanten. Sven: “Dat zorgt in het atelier regelmatig voor donder en bliksem, zeker als we de werkplanning moeten aanpassen omdat een van mijn klanten een dringende opdracht heeft waardoor we de rest moeten opschuiven. Mijn vader kan zich daar soms over opwinden. Dan kan de spanning hoog oplopen. En ja, dan wordt ook eens geroepen naar elkaar. Uiteindelijk tempert dat ook weer snel. Het heeft nooit een impact op onze persoonlijke omgang.”

Aandelenoverdracht

Sven Van Der Straeten werkt al twintig jaar in het familiebedrijf en is de zaakvoerder. Toch hebben de ouders nog altijd alle aandelen in handen. Sven: “We hebben nog nooit gesproken over een overname. Ik lig daar ook niet wakker van. Uiteindelijk laten ze me mijn gang gaan. En ze werken me niet tegen als ik een grote investering wil doen. Al moet ik uiteraard geen gekke dingen doen.”

Zo investeerde het bedrijf in een Nesting CNC-installatie, voor freeswerk van hout. “Dat was een investering van 100.000 euro. Zulke dossiers moeten we toch even goed doorpraten. Mijn moeder is op dat vlak altijd een beetje terughoudender. Zij kijkt vooral naar het financiële. Mijn vader ziet al sneller de praktische mogelijkheden en gaat sneller overstag.”

Walter Van der Straeten en Marleen Verhofstadt willen nog niet meteen afstand doen van hun aandelen. Walter: “Uiteraard praten we er wel eens over, maar eigenlijk zien we het nut er nog niet van in. Ik wil nog zo lang mogelijk blijven werken en voor onze oude dag willen we graag iets achter de hand houden. Sven is ook ons enig kind. Als wij sterven, is het toch allemaal voor hem.”

Sven gaat heel omzichtig om met die situatie. “Ik begrijp volkomen dat de zaak loslaten niet zo vanzelfsprekend is voor mijn ouders. Toen zij de zaak overnamen van mijn grootvader, zijn ze door een moeilijke periode gegaan. Net op dat moment viel een grote klant weg, terwijl ze ook veel schulden hadden. Hun financiële situatie was niet meteen rooskleurig. Ze hebben ontzettend hard gewerkt om alles weer op het juiste spoor te krijgen. Ze hebben zich echt vastgebeten. Dan is het maar normaal dat je niet snel loslaat.”

De familie Van der Straeten stoffeert al meer dan vijftig jaar stoelen, banken en zetels. Met Sven Van der Straeten staat de derde generatie aan het roer van De Stoffeerder, een kmo met een omzet van 800.000 euro en een tiental medewerkers. Svens grootvader Felix Van der Straeten startte in 1966 met de productie van zetels en salons. Die verkocht hij aan grote meubelwinkels. Hij begon met een klein atelier in Sint-Gillis Dendermonde, hij als garnierder en zijn vrouw Jeanne Smet al snijdster-stikster. Al na vier jaar bleek het atelier te klein. In 1970 volgde de verhuis naar de huidige werkplaats in Buggenhout. “De zaak floreerde, tot de vraag ineens stilviel door de massale invoer van goedkope salons uit Italië. Daardoor legde mijn grootvader zich vanaf dan vooral toe op repareren en herstofferen van salons”, zegt Sven Van der Straeten (39). Hij is de zaakvoerder. Zijn vader Walter Van der Straeten (63) ontfermt zich over de particuliere klanten, zijn moeder Marleen Verhofstadt (62) doet de boekhouding. De echtgenote van Sven, Regina Sevostiyanova (36), ontfermt zich deeltijds over de communicatie en de sociale media.In 1998 nam Walter, de enige zoon van Felix, de leiding over het bedrijf. Hij was toen 45 jaar. “Met mijn 18 ben ik dik tegen mijn goesting als werknemer begonnen in de zaak van mijn vader”, zucht Walter. “Eigenlijk wilde ik kok worden, maar dat mocht niet. Thuis was er veel werk en het was vanzelfsprekend dat ik meehielp. Uiteindelijk zag ik ook wel het potentieel in van het bedrijf. Tot ik besliste de zaak over te nemen, werkte ik niet alleen daar, maar was ik ook officier bij de brandweer. Toen mijn vader stopte en ik het bedrijf overnam, ben ik gestopt bij de brandweer. Ik heb me vanaf dan voluit ingezet voor de zaak.”De jaren voordien was Walter ook al voorzichtig gestart met een koerswijziging. Voortaan werd ook de markt van de particulieren aangeboord. “Ik was geen enkele avond thuis en ging van de ene klant naar de andere. En die aanpak werkte. De opdrachten stroomden binnen en we moesten nieuwe mensen aanwerven.” Onder de leiding van Walter Van der Straeten breidde het team van De Stoffeerder zich uit van vier naar tien mensen.Ook Sven Van der Straeten begon al heel jong voor zijn vader te werken. En in tegenstelling tot vader, wilde hij nooit iets anders doen dan het familiebedrijf voortzetten. “Al op mijn veertiende zat dat in mijn hoofd. Ik ben ook letterlijk opgegroeid in het atelier. Met de stoffen die ik er vond, maakte ik zelf zakken, waarin ik dan mijn speelzwaarden stopte. En samen met mijn grootvader demonteerde ik stoelen, waarna hij me leerde die weer te stofferen. Ik was voorbestemd om dat te doen.”Sven Van der Straeten studeerde interieurvormgeving aan Sint-Lukas in Brussel. Na die studies vertelde hij ook aan zijn ouders dat hij in de zaak wilde werken. “Dat was wel een verrassing”, zegt vader Walter. “Ik zie ons nog altijd in de keuken staan. Mijn vrouw en ik wisselden even een blik en zegden dat het goed was.”Op dat moment hadden Walter en zijn vrouw zelf nog maar enkele jaren daarvoor het bedrijf overgenomen. “Voor mij was dat ook het sein voor verdere vernieuwing en stelselmatige investeringen in nieuw materiaal. Zonder de zekerheid dat onze zoon de zaak zou voortzetten, hadden we alles gehouden zoals het was.”Na zijn studies maakte Sven Van der Straeten een opvallende tussenstop in het beroepsonderwijs. Als 21-jarige kwam hij terecht tussen weinig gemotiveerde tieners. Walter: “Ik stond erop dat hij echt een praktische opleiding kreeg. De leraars begrepen het niet goed en vonden het aanvankelijk ook geen goed idee. Maar ik hield voet bij stuk. Hij moest met zijn handen kunnen werken vooraleer hij in de zaak aan de slag kon.”Voor Sven Van der Straeten was dat wel even wennen: leren timmeren en lassen. “Ik voelde zelf ook wel dat ik naast mijn theoretische kennis nog wat extra bagage kon gebruiken. Een interieurarchitect kan op papier dan wel een hele mooie zwevende bank tekenen. Dat wil nog niet zeggen dat het technisch te doen is. Dan helpt het dat je al bij de aanvang weet wat er voor de metaal- of houtstructuur al dan niet haalbaar is.”Net zoals zijn vader de bedrijfsactiviteiten uitbreidde, zocht en vond ook Sven Van der Straeten een nieuw marktsegment. Zijn achtergrond als interieurvormgever en connecties in de interieurwereld hielpen daarbij. Het familiebedrijf werkte steeds vaker voor architectenbureaus en grote interieurontwerpers met wereldfaam. Voor hen maakt De Stoffeerder nu ook meubels en zetels op maat: met projecten in Parijs, Genève, Beverly Hills en Beiroet. En sinds enkele jaren legt het bedrijf zich ook toe op raamdecoratie, wandbekleding en tapijt op maat. Sven: “We kunnen niet op één paard wedden, zoals mijn grootvader deed. Dan zijn we veel te afhankelijk van één marktsegment en een beperkt aantal klanten”.Door al die nieuwe activiteiten hebben vader en zoon ook elk hun eigen werkterrein. Walter is inmiddels weliswaar officieel met pensioen. Toch is hij nog vaak aanwezig in het atelier, en blijft hij de contactpersoon voor de particuliere klanten. Sven is het aanspreekpunt voor de professionele klanten. Sven: “Dat zorgt in het atelier regelmatig voor donder en bliksem, zeker als we de werkplanning moeten aanpassen omdat een van mijn klanten een dringende opdracht heeft waardoor we de rest moeten opschuiven. Mijn vader kan zich daar soms over opwinden. Dan kan de spanning hoog oplopen. En ja, dan wordt ook eens geroepen naar elkaar. Uiteindelijk tempert dat ook weer snel. Het heeft nooit een impact op onze persoonlijke omgang.”Sven Van Der Straeten werkt al twintig jaar in het familiebedrijf en is de zaakvoerder. Toch hebben de ouders nog altijd alle aandelen in handen. Sven: “We hebben nog nooit gesproken over een overname. Ik lig daar ook niet wakker van. Uiteindelijk laten ze me mijn gang gaan. En ze werken me niet tegen als ik een grote investering wil doen. Al moet ik uiteraard geen gekke dingen doen.”Zo investeerde het bedrijf in een Nesting CNC-installatie, voor freeswerk van hout. “Dat was een investering van 100.000 euro. Zulke dossiers moeten we toch even goed doorpraten. Mijn moeder is op dat vlak altijd een beetje terughoudender. Zij kijkt vooral naar het financiële. Mijn vader ziet al sneller de praktische mogelijkheden en gaat sneller overstag.”Walter Van der Straeten en Marleen Verhofstadt willen nog niet meteen afstand doen van hun aandelen. Walter: “Uiteraard praten we er wel eens over, maar eigenlijk zien we het nut er nog niet van in. Ik wil nog zo lang mogelijk blijven werken en voor onze oude dag willen we graag iets achter de hand houden. Sven is ook ons enig kind. Als wij sterven, is het toch allemaal voor hem.”Sven gaat heel omzichtig om met die situatie. “Ik begrijp volkomen dat de zaak loslaten niet zo vanzelfsprekend is voor mijn ouders. Toen zij de zaak overnamen van mijn grootvader, zijn ze door een moeilijke periode gegaan. Net op dat moment viel een grote klant weg, terwijl ze ook veel schulden hadden. Hun financiële situatie was niet meteen rooskleurig. Ze hebben ontzettend hard gewerkt om alles weer op het juiste spoor te krijgen. Ze hebben zich echt vastgebeten. Dan is het maar normaal dat je niet snel loslaat.”



[ad_2]

- Advertentie -