Beloftes voor 2020 | Wat printen we vanavond?

[ad_1]

‘In de keuken van 2020 wordt een 3D-voedselprinter even standaard als een microgolfoven.’ Dat voorspelden experts in 2014. Het zou de gewoonste zaak van de wereld zijn ’s avonds een bord spaghetti of een boterham met kaas uit de printer te laten rollen. In de supermarkt zouden capsules met eetbare vloeistoffen of poeders naast koffiepads liggen, orakelden kenners.

- Advertentie -

Om te weten of die voorspelling is uitgekomen, is het niet nodig naar de keuken te lopen. Een voedselprinter lijkt nog even futuristisch als in 2014. Toch beweegt een en ander in de sector.

Een van de experts vijf jaar geleden was de Nederlander Frits Hoff, toen directeur bij het Maastrichtse expertisecentrum Fablab. Vandaag is zijn dochter Nina Hoff (28) CEO bij ByFlow, een in 2015 opgericht Nederlands bedrijfje dat voedselprinters verkoopt aan professionele spelers in de voedselindustrie. Ze verkocht al ‘enkele honderden stuks’ aan restaurants en cateraars. Samen met Callebaut, de Zwitserse chocoladereus met Belgische roots, ontwikkelde ByFlow in 2017 een chocoladeprinter.



Mensen koken minder en eten vooral onderweg. Waarom zouden ze nog machines in huis halen?

In 2014 was sprake van ‘nog enkele obstakels’. Een daarvan was voedselveiligheid. Daarin is evolutie merkbaar, zegt Nina Hoff. ‘Door net zoals bij gewone printers een cartridgesysteem te gebruiken kan je makkelijk de ingrediënten controleren.’

Maar veel uitdagingen van toen zijn er nog altijd. De techniek om een krokante textuur te krijgen staat nog niet op punt. Er is ook nog geen regelgeving voor het printen van voedsel, wat het moeilijk maakt voedselprinters gangbaar te maken op consumentenniveau.

Huizen zonder keukens

Hoff verwacht dan ook niet dat een 3D-printer snel zijn weg vindt naar de modale keuken. ‘De trends spreken dat tegen. Mensen koken minder en eten vooral onderweg. In grote steden in de VS en Azië zijn er almaar meer huizen zonder keukens. Waarom dan nog machines in huis halen?’

ByFlow mikt met zijn printer – prijskaartje: 3.900 euro – dus niet echt op particulieren. ‘Als je hem dagelijks kunt inzetten, verdien je dat bedrag in een jaar terug. Maar dan moet je er volop mee uitpakken.’

De meeste kansen voor gepersonaliseerd voedsel liggen in de professionele wereld. Denk aan sporters die minutieus willen afwegen hoeveel eiwitten ze binnenkrijgen, of aan zieken- en rusthuizen waar een 3D-printer soelaas kan bieden aan mensen met slikproblemen. Hoff, die een achtergrond heeft in de gezondheidszorg, deelt die visie. ‘Onderzoek toont aan dat goed eten een verblijf in het ziekenhuis met een dag kan verkorten. Daar is veel geld mee te besparen.’

In Nederland zijn meerdere bedrijfjes en universiteiten bezig met de ontwikkeling van en het onderzoek naar 3D-printen van voedsel. In het Belgische bedrijfsleven is er minder animo. Een van de weinigen die zich met de technologie bezighoudt, is Valérie Vancauwenberghe, een onderzoekster aan de KU Leuven. Zij slaagde er vorig jaar in sla te printen, maar bekijkt het 3D-printen vooral wetenschappelijk. ‘Dit experiment stopt niet bij voeding. Er was interesse uit Singapore om met mijn techniek geveltuinen op wolkenkrabbers te printen.’

[ad_2]

- Advertentie -