Het Timmermansoog: Groot – architectenweb.nl

[ad_1]

Net als grote schilderijen leveren grote gebouwen van dichtbij niet altijd wat zij van veraf beloven. Op Katendrecht, de voormalige Rotterdamse buurt van lichte zeden, staat een enorm nieuw gebouw: Fenix I, ontworpen door Robert Winkel van Mei architects and planners. Het staat in een Rotter­damse traditie van grote stadsgebouwen. Fenix I gaat assertief om met de maten van de Rijnhaven en verhoudt zich net zo kordaat met de voormalige San Francisco-loods waarop het gebouw lijkt te staan en ontleent daar zijn details aan.

In het kader van de manifestatie Groot publiceerde het Rotterdamse architectuurcentrum AIR in 2011 het Tekenboek Stadsgebouwen. Op dat moment stonden de Markthal (ontwerp MVRDV) en De Rot­ter­dam (ontwerp OMA) op stapel. In het boek staan mooie tekeningen die zich toespitsen op twee thema’s: de functiestapeling en de publieke binnenwereld die wordt afgedwongen door de omvang van deze stadsgebouwen. Vaak zijn atria of passages nodig om de diepte van het bouwblok onder controle te krijgen. Zulke publieke interieurs spelen een belangrijke rol in de ontsluiting van de bovenwereld en de ruimten op de begane grond. Daarmee is het tekenboek een echte Neder­landse analyse: de ge­bouwen worden vanuit hun programma en typologie verkend. De Markthal is in die be­nadering een stapeling van woningen en horecaruimten op een ondergrondse parkeergarage en super­markt, waarbij het passagetype ruimte biedt voor de marktkraampjes (en waarbij de onzichtbare supermarkt domi­nant is in het verdienmodel van het geheel, maar dat terzijde).

Ook Fenix I is op die manier te lezen. De San Francisco-loods is waar nodig ontdaan van de con­structies van het gebouw. In het betoncasco zijn een circusschool, een dansgezelschap, bijzon­dere woningen, een lobby en een parkeergarage opgenomen. De loods was niet sterk genoeg om het negen lagen hoge woongebouw erbovenop te dragen. Staalprofielen doorboren daarom het betoncasco. De erboven gelegen woningen zijn met tunnelbekistingen in beton gebouwd. Door de woningen als lofts aan te bieden konden ze door de eigenaren naar believen worden ingedeeld en samengevoegd. De loods was groot genoeg voor een collectief binnenhof op het dak van de loods. De ordening van het woon­program­ma ligt ergens tussen een gesloten bouwblok en een woonpalazzo in.

- Advertentie -

De San Francisco-loods stond niet op de monumentenlijst. De structuur van het historische gebouw is naar believen gesloopt, aangepast en gerestaureerd. De verschillende soorten schoon beton zijn in hun oorspronkelijke luister hersteld. Aanpassingen bleven zichtbaar. Zaagsneden, uitstekend wapenings­staal, betonreparaties en gemetselde invulwanden contrasteren met de nieuwe glas- en staalcon­structies. Het onvolkomen en ruïneuze karakter zorgt voor een spervuur van details. Als redacteur van het Jaarboek Architectuur zag ik dat vaak. Fenix I suggereert: No Money, Abundant Details.

Maar dat verdient nuancering. Het handhaven van de San Francisco-loods was kostbaar. Voordat het geweld van de tunnelbekistingen los kon barsten moest de loods met kunst en vliegwerk verbouwd worden. Op sommige plekken is alleen de gevel blijven staan. Efficiënt is anders. Resultaat is een hybride architectuur. De loods is omgetoverd tot een stoer basement dat zich met gemak meet met de schaal van de Rijnhaven. Het historische relict forceert oplossingen die in nieuwbouw onacceptabel zouden zijn.

Precies die kwaliteiten zijn een welkome aanvulling op het programma en de typologie van het nieuwe geheel. Fenix I is tege­lijkertijd groot én klein. Het is eenvoudig én bruut, maar ook complex én slim. In die zin intrigeert Fenix I. Fenix I gaat niet zozeer voorbij aan de kwesties typologie en pro­gramma, maar zorgt voor subtiele ervaring van ‘groot’ en dat allemaal zonder weeïg te worden. Voor mij is het een veel interessanter bouw­werk dan de Markthal en De Rotterdam en de meeste hoogbouw op de Kop van Zuid aan de overzijde van de Rijnhaven.

Desondanks knagen er vragen. Is de integriteit van de indrukwekkende San Francisco-loods niet te weinig benut? Wat betekent het eigenlijk dat het architectonisch erfgoed als ruïne aan volgende generaties wordt overgedragen? Duidt het leunen op overbodige havenrelicten niet op het onvermogen om eigentijdse stedelijke gebaren te maken? Of zelfs op een gebrek aan zelfvertrouwen?

Hans van der Heijden is architect en werkt daarnaast als publicist en docent. Over het werk van zijn bureau, Hans van der Heijden Architect, is vorig jaar het boek Street Architecture verschenen. Zijn ‘timmermansogen’ dagen hem voortdurend uit om met humor en afstand over de (internationale) ontwikkelingen van zijn vak te schrijven. Voor Architectenweb doet hij dat in een maandelijkse column.

[ad_2]

- Advertentie -