[ad_1]
Zijn designmeubelen staan in de kantoren van Google en Apple, en begin dit jaar was hij aan een groeispurt van 25 procent begonnen. Nu moet ontwerper-ondernemer Dirk Wynants van Extremis al zijn creativiteit aanwenden om het coronavirus de baas te blijven. ‘Onze livevideo’s voor klanten worden een blijver.’
‘Dit hemd doet hij alleen aan voor de video-opnames’, knipoogt Dirk Wynants, wijzend naar zijn zoon Thomas, die in een schreeuwerig hawaïhemd in de weer is met twee grote camera’s. Die staan opgesteld op de monumentale granieten toonbank in de showroom van Extremis, waar tafels, parasols en sofa’s met namen als Gargantua, Hopper en Bistroo staan. Voor het strakke gebouw ligt een gemoedelijke dorpsstraat van de Poperingse deelgemeente Proven, achteraan een ruim terras en een tuin met uitzicht op hopvelden. De voorbije 25 jaar bouwde Wynants vanuit deze uithoek in West-Vlaanderen een internationale reputatie op in designmeubelen.
Thomas zal de video-opnames straks mixen met livebeelden die worden gestreamd naar nieuwe en bestaande klanten van Extremis. ‘Bij de start van de lockdown half maart zaten we halverwege onze tour langs de kusten van de VS, onder meer bij klanten van onze Amerikaanse verdeler Steelcase. Dat is een van de grootste verkopers van kantoormeubelen ter wereld, met een omzet van 3 miljard euro, waarmee we sinds twee jaar een exclusief verdeelcontract hebben. We stonden aan de poorten van Los Angeles, toen het coronavirus uitbrak. San Francisco en Silicon Valley, een goudmijn voor ons, moesten volgen. We maakten veel kans daar een groot contract met LinkedIn te tekenen. Maar we zijn halsoverkop moeten terugkeren.’
- Opgericht in 1994 door ontwerper Dirk Wynants. De Kempenaar vestigde zich in het West-Vlaamse Poperinge ‘omdat de liefde me daar bracht’.
- Bouwde zijn bedrijf uit tot een wereldspeler in designmeubelen. Die waren aanvankelijk bedoeld voor in de tuin, maar vonden hun weg ook naar kantoren, hotels en musea.
- Tekende twee jaar geleden een distributiecontract met het Amerikaanse Steelcase, de grootste verdeler van kantoormeubelen.
- Omzet: 12 miljoen euro.
- 50 werknemers.
LinkedIn, de Amerikaanse beursgenoteerde zakelijkenetwerksite, zou de zoveelste topnaam zijn in de prestigieuze klantenportefeuille van Extremis. Al jaren richten Google en Apple geen enkel kantoor in zonder zitbanken of tafels van het merk. Ook grote architectenbureaus, zoals het Amerikaanse Gensler, kennen de weg naar Poperinge, waar Kempenaar Wynants het bedrijf in 1994 oprichtte.
Zijn ontwerpen zijn te vinden in grote musea als het MoMa in New York, en in boetiekhotels in Tokio, Los Angeles, Sjanghai en Monaco. Aan het Shanghai Institute for Visual Art (SIVA) heeft Wynants een leerstoel meubelontwerp, tussen grote ontwerpers van Italiaanse designhuizen als Magis, MDF Italia en Minotti.
‘Ik heb nooit zotte sprongen gemaakt, omdat ik eigenlijk een broekschijter ben, die grote risico’s schuwt’, zegt Wynants. Desondanks groeide de omzet van Extremis de voorbije jaren met 10 tot 25 procent per jaar, tot 12 miljoen euro eind 2019. Ook de eerste twee maanden van dit jaar ging het nog hard met 25 procent. ‘Het beloofde een topjaar te worden. Volgens de orders die nu binnenstromen, zal onze omzet over heel 2020 met 6 procent gedaald zijn – een aanvaardbaar niveau.’
Maar het vergt bloed, zweet en tranen om de klanten geboeid te houden. ‘Elke avond houden we een videoconferentie van een uur. Het is een mix van een liveshow, waarin we vertellen over de ontstaansgeschiedenis van mijn ontwerpen, de functionaliteiten van de meubelen, en vooraf opgenomen beelden die doen dromen. Zo willen we architecten, projectontwikkelaars en verkopers bij onze dealers verleiden om te kopen of opleiden.’
We stonden aan de poorten van Silicon Valley, toen het coronavirus uitbrak. We maakten veel kans daar een groot contract met LinkedIn te tekenen. Maar we zijn halsoverkop moeten terugkeren.
‘De voorbije weken hebben we elke avond zo’n uitzending gemaakt, voor tussen 7 en 50 kijkers. Dit wordt een vaste waarde, ook na de crisis. Ook logistiek hebben we een enorme sprong gemaakt. Terwijl we vroeger voor sommige producten twee weken productietijd nodig hadden, klaren we het nu soms in 3,5 uur, van order tot laadkade.’
Wynants valt even stil. Hij kijkt naar de lege koffiekopjes en veert dan recht. ‘Tijd voor iets anders’, zegt hij. ‘Zin in een biertje?’ Hij verdwijnt en komt terug met een 75cl-fles Tremist, zijn eigen bier waarvoor hij de omliggende hopvelden liet aanleggen. Hij inspireerde zijn Hopper, een strakke versie van de klassieke picknicktafel, op de typische schuine palen op hopvelden.
Thuiswerk
Gelooft Wynants dat we na corona in een nieuwe wereld wakker worden? ‘Achteraf gaan velen perfect kunnen verklaren wat men op voorhand had moeten doen. Maar het is moeilijk te voorspellen wat volgt na deze crisis. Ik denk dat niet zo veel zal veranderen. We zullen hooguit een versnelde evolutie zien. Neem thuiswerk. Dat wordt niet plots de norm. Telewerk zal wel toenemen, maar dat zowel thuis, in coworkingkantoren als op het hoofdkantoor. Mensen hebben het nodig om met elkaar te werken. Kijk naar studenten, die graag samen studeren. De cafetaria, waar collega-werknemers elkaar ontmoeten, wordt de belangrijkste plek op kantoor.’
‘Maar bedrijven die hopen het succes van Google te imiteren door hun kantoren op dezelfde manier in te richten, komen er teleurgesteld op terug. Alles begint met de bedrijfscultuur: is die open en vol vertrouwen, dan zal de kantoorinrichting vanzelf open en speelser zijn.’
‘Ik hoop dat we de vertraging en de bezinning van deze tijdelijke crisis gebruiken om een veel grotere catastrofe aan te pakken: de klimaatverandering. Daarom begrijp ik niet waarom we 300 miljoen euro zouden steken in de redding van Brussels Airlines. Vanwege de luchtverontreiniging en geluidsoverlast zouden we zelfs heel de luchthaven van Zaventem moeten opheffen en er een groot station voor hogesnelheidstreinen van maken. Er is geen enkele grote stad ter wereld waar een grote luchthaven zo dicht bij het stadscentrum ligt. We hebben vier grote, internationale luchthavens – Londen, Parijs, Frankfurt en Amsterdam – op een tot twee uur treinen van Brussel. Naar wereldnormen is heel Vlaanderen één grote stad. Laat ons de regio dan ook zo inrichten.’
Lessen uit China
Vooral wat betreft hygiëne kunnen we veel van de Chinezen leren. We lachen intussen niet meer met hun mondmaskers.
Wynants maakt de vergelijking met de situatie in China, die hij goed kent van zijn leerstoel in Sjanghai. Daar staan ze een tweetal maanden voor in hun aanpak van de coronacrisis, wat ons een blik in de toekomst kan bieden. ‘Vooral wat betreft hygiëne kunnen we veel van hen leren. We lachen intussen niet meer met hun mondmaskers. Ze leggen ook ontsmettende doekjes op tafel voor de gasten, doen hun schoenen uit als ze bij vrienden binnenkomen, enzovoort. Enkele maanden geleden reageerde ik nog verrast toen ik op een beurs in Keulen een Chinese haar smartphone zag ontsmetten.’
‘Ik begrijp ook niet waarom wij het zo moeilijk hebben met tracingapps, zogenaamd vanwege de privacy. Die privacy hebben we al lang geleden opgegeven. Bovendien vind ik dat het collectief belang soms moet primeren op het individuele.’
Voor Extremis ziet Wynants het na de coronacrisis positief in. ‘Ik verwacht dat mensen meer in hun huis en tuin zullen investeren, omdat die in deze tijden nog meer veilige havens zijn geworden. Ook als de ratrace zich weer op gang trekt, zal hun woning nog meer een toevluchtsoord worden, dat mensen met zorg willen inrichten. Al kan ik dat alleen maar hopen. Ik hou een slag om de arm.’
[ad_2]