cirkels sluiten met herbruikbare kantoorinrichting

[ad_1]

Kantoorinrichter Gispen wil de levensduur van bestaande kantoormeubelen verlengen. Daarnaast produceert het bedrijf meubels die langer meegaan. Dat begint al bij het ontwerp.

Wie Gispen zegt, denkt al snel aan de iconische buisframestoelen en functioneel kantoormeubilair. Diverse ontwerpen, waarvan sommige al meer dan tachtig jaar geleden werden uitgebracht, doen het nog steeds goed in werkruimtes en kantoren.

- Advertentie -

Het Nederlandse bedrijf bestaat dit jaar honderd jaar. In die tijd ontwikkelde de producent zich van meubelontwerper tot kantoorinrichter, actief in tien landen. Vanuit het hoofdkantoor in Culemborg, waar het bedrijf ook CO2-neutraal produceert, bedient Gispen de markt met circulaire kantoorconcepten.

Spilfunctie in de keten

“In de basis gaat het erom dat je de cirkel sluit en verspilling voorkomt”, zegt Karin Verploegen, Projectmanager Circulair bij Gispen. “We willen niet alleen in het productieproces grondstoffen en materialen in een gesloten systeem zetten, maar ook onze eigen bedrijfsvoering en die van klanten en leveranciers. De spilfunctie die wij als producent hebben, betekent dat we afspraken kunnen maken met zowel leveranciers als met klanten.”

Gispen, dat zo’n 2,5 jaar geleden besloot de transitie naar een circulaire economie in te zetten, was tot die tijd gewend om materialen in te kopen, het productieproces in te gaan en vervolgens te leveren aan de klant. In de nieuwe, circulaire benadering staat de gehele gebruiksduur centraal.

Hierbij is de samenwerking met de eindgebruikers, waaronder bedrijven, volgens Verploegen belangrijk: “Welke wensen zijn er in een kantooromgeving en hoe kunnen wij daar met bestaande middelen en grondstoffen op inspelen? En wanneer dat niet gaat: hoe kunnen wij wat retour komt naar ons bedrijf opnieuw inzetten of verwerken?”

“Zo min mogelijk moeite doen om een product weer bruikbaar en kwalitatief te maken, is beter dan recyclen”

Langere levensduur

In de circulaire denkwijze van Gispen staat volgens Verploegen het product centraal. “Dat is wat we doen, dat is onze toegevoegde waarde in de basis. Daarnaast zijn er twee stromen. Aan de ene kant willen we graag dat wat al bestaat, een langere levensduur geven. Aan de andere kant willen we de producten die we nieuw ontwikkelen verbeteren om de cirkels te sluiten.”

Om deze ketens te dichten, hanteert Gispen vier stappen: onderhoud, herstel en upgrade, remanufactering en recycling. Hierbij is het doel zo veel mogelijk in de eerste paar cirkels te blijven werken. “Op het moment dat we zo min mogelijk moeite hoeven doen om een product weer bruikbaar en kwalitatief hoogwaardig te maken, dan is dat beter dan dat we iets recyclen”, legt Verploegen uit. 

Een voorbeeld is de Gispen 412, een stoel die al in 1934 werd ontworpen. Het frame, dat de basis van de stoel vormt, is volgens de projectleider niet kapot te krijgen. Het enige slijtdeel is de stof, en die kan eenvoudig worden vervangen.

Maar, voordat een stoel een klassieker wordt, gaat er zo’n veertig jaar overheen. In de tussentijd is het zaak te kijken naar mogelijkheden voor herstel en update, stelt Verploegen. “Als we een meubel modulair maken, zorgen we ervoor dat we de tweede cirkel beter kunnen sluiten.”

Zo maakt Gispen het waar mogelijk makkelijker om meubels te herstellen. Een voorbeeld is dat de stof en zitdelen van een stoel van elkaar gescheiden moeten zijn om stoelen gemakkelijk te kunnen herstofferen. Vastnieten of -lijmen is er niet meer bij.

Gispen

Remanufactering

Niet alles is echter op te lossen met een modulair ontwerp. Er zijn altijd materialen die slijten, zoals bureaubladen. Ook hier probeert Gispen de cirkel te sluiten door remanufactering. Verploegen: “Wat we niet meer in originele staat kunnen gebruiken of herstellen, krijgt op deze manier een andere functie.” Zo nam het bedrijf onlangs het kantoor van Alliander onder handen. Bestaande bureaus kregen nieuwe bladen. En van de oude bladen maakte Gispen een gestoffeerde tussenwand of lockers.

Alles wat Gispen niet opnieuw kan inzetten, wordt gescheiden en doorgegeven. “De afvalverwerkers spelen daar goed op in. Er komen steeds meer mogelijkheden om materialen op een nette manier te verwerken. Nu wordt er ook nog een deel verbrand, daar ontkomen we helaas niet aan. Uiteindelijk willen we dat ook vermijden.”

Tool voor juiste keuzes

Om de juiste keuzes te maken in het ontwerpproces, ontwikkelt Gispen samen met het onderzoeksinstituut TNO nieuwe tools, zoals de Circulaire Life Cycle Assessment. Hiervoor hebben de twee bedrijven het bestaande Life Cycle Assessment (LCA)-instrument onder de loep genomen. “LCA’s zijn over het algemeen lineair, met berekeningen over het delven van grondstoffen, het productieproces, transport en recyclebaarheid”, zegt Verploegen.

“Maar wij willen juist weten wat het voordeel is van het blijven hergebruiken van bepaalde grondstoffen of materialen”, vervolgt ze. “We kunnen biomateriaal inzetten dat slechts drie jaar meegaat, dat moet je dan elke drie jaar opnieuw produceren. Hoe verhoudt dat zich met een minder biologisch materiaal, dat wel vijftien jaar meegaat?”

 “Onze ambitie is heel fors, maar het is ook een driver om veranderingen op gang te krijgen”

TNO ontwikkelde voor Gispen een LCA-database waarin dit soort scenario’s zijn opgenomen. Daar worden nu criteria als demontabiliteit en modulariteit opgenomen. Zo bekijkt het Design Framework ook de voordelen van bijvoorbeeld gelijmde versus geniete stoffering. Naar verwachting neemt Gispen de tool over enkele maanden in gebruik.

80 procent retour

De komende jaren wil de kantoorinrichter zijn circulaire activiteiten voortzetten en waar mogelijk verbeteren. Het ambitieuze doel om in 2020 80 procent van de producten weer terug te nemen, moet dienen als stok achter de deur. “Deze ambitie is heel fors, maar het is ook een driver om veranderingen op gang te krijgen”, legt Verploegen uit.

Om de doelstelling te behalen, is volgens Verploegen nog een efficiëntieslag nodig. “We kunnen veel bewuster omgaan met wat we doen. Efficiëntie is altijd de economische drijfveer geweest, maar efficiëntie kan ook duurzame waarde hebben. Als wij op een efficiënte manier kwalitatief hergebruik kunnen realiseren, dan is dat de grootste meerwaarde.”

Gispen

[ad_2]

- Advertentie -