[ad_1]
Aston Martin is niet de enige die de geschiedenis tot op de laatste drup uitknijpt. Ook Bentley en Jaguar hebben er een handje van om met zogeheten ‘continuations’ te komen. Bentley kreeg zelfs boze verzamelaars over zich heen toen de fabrikant de legendarische Blower weer in productie zei te nemen. Jaguar heeft er inmiddels drie continuations opzitten, want de klassiekerafdeling van het merk heeft al ‘nieuwe’ versies van de XKSS, E-Type Lightweight en D-Type gemaakt.
Met de hand gemaakt
Bij Aston Martin hebben ze de smaak ook te pakken. Na de terugkeer van de DB4 GT Zagato – die alleen samen met de nieuwe DBS Zagato wordt verkocht – is het nu dus de beurt aan de DB5. En dan niet zomaar een DB5, maar de auto uit de James Bond-film Goldfinger (1964). Aston Martin gaat vijfentwintig kopieën bouwen, die 2,75 miljoen pond, exclusief belastingen, kosten. Ze worden met de hand gemaakt, wat per auto zo’n 4500 uur kost
Alle Bond-gadgets
En ja, omdat multimiljonairs ook kinderen blijven, worden alle vijfentwintig DB5’s uitgerust met alle Bond-gadgets uit de film. Ze hebben roterende nummerplaten, twee nepmachinegeweren in de neus, een kogelwerend scherm voor de achterruit, een rookmachine, uitschuifbare stootbeugels voor en achter, en nog veel meer. Op het dashboard zit – jawel – zogenaamd een radarscherm en uiteraard ontbreekt ook de knop voor de schietstoel op de versnellingspook niet.
In het zilver
Voor 2,75 miljoen pond heb je niets te kiezen, want alle DB5’s zullen worden uitgevoerd in het zilver (zoals het hoort natuurlijk). Onder de motorkap ligt een 4,0-liter zes-in-lijn zónder brandstofinjectie, maar mét 290 pk. Voor het sturen heb je spierballen nodig, want het tandheugelsysteem is niet bekrachtigd. De remmen zijn dat wel. Schakelen gaat via een handgeschakelde vijfbak en op de achteras – de DB5 heeft daar een starre as – ligt een sperdifferentieel.
[ad_2]