[ad_1]
Of ik zin had om de nieuwe Dynaudio Contour 30i te recenseren, dat was de vraag die ik kreeg nadat ik vooraf plechtig had beloofd dat ik tot 23 april zou zwijgen over wat ik in huis zou krijgen. Nou, graag! En ook wel een beetje spannend, want ook al mocht collega René van Es de absolute primeur op zijn naam schrijven met het instapmodel van de serie – de Contour 20i –, mijn review van de 30i zou hoe dan ook één van de eerste reviews over deze nieuwe luidsprekerserie worden. Die eer viel me te beurt omdat ik eerder de directe voorgangers Contour S 3.4 LE en Contour 30 thuis had mogen ontvangen. Om de progressie vast te stellen leek het na respectievelijk 3,5 en 2,5 jaar geen overbodige luxe om de oude aantekeningen weer eens uit het archief te trekken, maar het was vanaf de eerste tonen duidelijk dat de Contour 30i zijn voorgangers met glans overtreft.
Dynaudio Contour 30i
Het toevoegen van een nieuwe telg aan de eerbiedwaardige Contour familie wordt door Dynaudio zeer serieus genomen. En terecht: de serie vormt al decennialang de zeer populaire hogere middenklasse van het merk. In dit prijssegment gaan de luidsprekerseries bij onze Deense vrienden doorgaans echter langer mee dan 2,5 jaar. Waarom duurde het deze keer relatief kort vóór de zeer populaire Contour zijn i (van ‘improved’) al kreeg opgespeld? Dat zit hem, zoals collega Van Es ook al vertelde, in het feit dat de laatste Contour serie was ontwikkeld nét vóór ze in Skanderborg de beschikking kregen over de wonderbaarlijke Jupiter meetruimte, waarmee zeer snel kan worden vastgesteld wat het resultaat is van aanpassingen aan het kastontwerp of de scheidingsfilters. En ingenieurs in hart en nieren als ze zijn bleven de ontwikkelaars van Dynaudio niet op hun lauweren rusten. De vorige Contour serie werd alsnóg op het meetplatform gehesen om te kijken wat er volgens de nieuwste inzichten nog aan verbeterd kon worden. En dat bleek toch nog wel het één en ander te zijn. Geen grote dingen, de ingenieurs van Dynaudio verstonden ook vóór Jupiter hun vak, maar alles bij elkaar bleek het toch wel een reeks kleinigheden te zijn die samen een aanzienlijk resultaat gaven.
De ‘i’ in Dynaudio Contour 30i
Wie de nieuwe Contour 30i oppervlakkig bekijkt zal misschien de schouders ophalen en “een nieuw kleurtje, nou nou…” mompelen. Niet terecht maar wél begrijpelijk, omdat het overgrote deel van de verbeteringen van binnen zit. Maar om toch met de buitenkant te beginnen, de nieuwe serie heeft inderdaad nieuwe kleuren gekregen. De hoogglans zwarte versie is gebleven, maar blinkt nu nóg dieper, en voor de houtkleuren heeft de koper de keuze uit een prachtig warme kleur Walnoten – hij is iets ‘roder’ geworden ten opzichte van de vorige – en een schitterend hoogglans gelakte Grey Oak variant. Die laatste heeft mijn voorkeur, maar de Walnoten uitvoering die ik kreeg is evenééns likkebaardend lekker. Wat ik persoonlijk wél jammer vind is dat de los meegeleverde (magnetische) frontjes nog steeds niet de hele metalen baffle bedekken. Het zal wel ‘Danish Design’ zijn om dat zo te doen, maar ik vind het niet mooi. De diagonaal onder de kast uitstekende pootjes zijn ook zichtbaar anders. Ze bieden nog steeds een slimme combinatie van rubberen voetjes en van bovenaf naar beneden te draaien spikes, maar in plaats van vier losse pootjes zijn het er nu twee in een langgerekte u-vorm die aan de zijkant voor en achter onder de kast uitsteekt. Dat is mooier én steviger.
Maar de échte veranderingen zitten dus van binnen. De Contour 30i kreeg een nieuwe tweeter, de Esotar 2i, met achter het membraan van geweven textiel de inmiddels legendarische, voor de topserie Confidence ontwikkelde Hexis dome. Voor wie het nog niet weet; de Hexis dome is een sferisch kunststof ‘schelpje’ dat het contour van de tweeterdome volgt, en waarin een patroon van putjes zit dat de luchtstroom naar achteren vergemakkelijkt. Het is een aerodynamisch trucje, net als de putjes in een golfbal die ervoor zorgen dat je hem verder weg kunt slaan. Bovendien beschermt de Hexis dome het tere geweven membraan in zekere mate tegen priemende kindervingertjes. Achter de Hexis zit een grotere dempingskamer met vloeiende afrondingen, eveneens in dienst van een betere afvoer van lucht naar achteren. De vermindering van compressie die dit oplevert is behoorlijk groot, wat zich uit in een schonere weergave en een aanzienlijk breder afstraalpatroon.
Daarnaast kregen de woofers een nieuwe spider. Deze kraag van gevouwen weefsel houdt de spreekspoel gecentreerd en is dus van cruciaal belang. Maar hij zit in de weg, de afstraling naar achteren wordt erdoor gehinderd, en dat levert opnieuw enige compressie op. De nieuwe spider is gemaakt van Nomex, een superlichte maar zeer sterke kunststof. Die kan veel opener geweven zijn dan het eerder gebruikte materiaal maar geeft wel dezelfde stijfheid. De nieuwe spider laat daarom meer geluid door. Simpel en zeer doeltreffend. Ook het wisselfilter is aangepakt. Door de veranderingen een de units kon het impedantie-correctie circuit uit het vorige filter worden weggelaten, wat een eenvoudiger filter oplevert. Qua wisselfilters geldt sowieso ‘hoe minder hoe beter’, maar als je de besparing van het lagere aantal componenten vervolgens omzet in betere kwaliteit ben je volgens mij goed bezig als luidsprekerbouwer. Wat hiervan het hoorbare resultaat is komt straks aan de orde maar geloof me: dit is een hele belangrijke.
Het dempingsmateriaal ten slotte. Dankzij het Jupiter meetsysteem konden voor de Confidence en Evoke series betere dempingsmaterialen ontwikkeld worden en uiteraard profiteert de Contour daar nu van mee. Voldoende redenen om brandend van nieuwsgierigheid de luidsprekers uit hun kisten te tillen en voorzichtig op hun voorlopige plaats neer te zetten.
Dynaudio Contour 30i beluisterd
In mijn aantekeningen vond ik terug dat de Contour 30 in september 2017 één van de laatste luidsprekers was die ik beluisterde aan mijn onvolprezen Naim Supernait2 versterker. Niet lang daarna keerde ik terug naar buizen; een langgekoesterde wens die materialiseerde in een PrimaLuna DiaLogue Premium HP Integrated versterker. Die HP verving ik eerder dit jaar door zijn opvolger de PrimaLuna EVO 400. Als bronnen dienden een Bluesound Node 2 aan een NAD M51 da-converter (bediend via Roon) en mijn vintage Thorens TD 125 met Jelco SA-750E arm, Holistic Audio HA-103C element en Audio Creative Phonodude buizen-phonotrap. Interlinks, luidsprekerkabel en stroomkabels waren allen van AudioQuest.
Het weglaten van het impedantie-correctie circuit in het wisselfilter baarde me nog heel even een beetje zorgen. Buizenversterkers hebben vaak een veel hogere uitgangsimpedantie dan solid state versterkers. Dat kan ertoe leiden dat de frequentierespons van het uitgangssignaal gelijk gaat lopen met de impedantiecurve van de luidspreker. Aangezien veel luidsprekers een oplopende impedantie hebben in het laag kan dat tot te veel en flodderig laag leiden. Maar die vrees bleek ongegrond, de ontwerpers van Dynaudio hebben weer een mooie vlakke curve weten te maken, en omdat de PrimaLuna op het vlak van uitgangsimpedantie gelukkig vrij laag zit was de match tussen PrimaLuna en Dynaudio zeer goed. Alleen moet je dan alsnog even uitproberen aan welke ‘tap’ van de uitgangstrafo het beste resultaat wordt behaald. Dat bleek de 8? te zijn, een beetje een verrassing aangezien Dynaudio de Contour 30i specificeert op nominaal 4?. Mocht je de Contour 30i met een ander merk buizenversterker willen combineren dan is het slim om daar toch even goed op te letten, en om zeker niet blind te varen op mijn voorkeur voor de 8? tap. Aan een solid state versterker gelden deze beperkingen in veel mindere mate, daar komt het vooral aan op de klankmatige match. Mijn advies is om geen al te laid-back klinkende versterker te kiezen. Een beetje power en een vlot karakter doen de Contour 30i goed.
De luidsprekers werden door de transporteur rechtstreeks uit Denemarken en dus vlamnieuw mijn oprit op geschoven. Direct na het uitpakken klonken ze al zeer veelbelovend, maar enig mechanisch inspelen wilde ik ze toch wel gunnen vóór ik een eerste indruk zou noteren. Daartoe werd een set Russische 6P3S-E ‘werkpaard’ buizen in de PrimaLuna gestoken om de 30i’s twee volle dagen op redelijk niveau in te spelen. Daarna waren ze nog lang niet ‘klaar’ maar zaten ze naar mijn mening al op 95% van hun maximale kwaliteit. Je zit dan dicht tegen de vaak over het hoofd geziene marge van temperatuursverschillen en de invloed van de luchtdruk en de luchtvochtigheid aan, dus daar durf ik de luistertests wel mee te beginnen. De rest van het inspeelproces speelt zich sowieso voornamelijk tussen de oren af.
Eerst verving ik de 6P3S-E buizen voor de bij de versterker geleverde El34 buizen. De buizen die het PrimaLuna logo dragen zijn allen van Chinese makelij (Shuguang) en door fabrikant Durob Audio streng geselecteerd. Met deze buizen was de klank fantastisch rijk en warm, maar na een paar dagen had ik het idee dat het laag nog net een tikje strakker moest kunnen. Dus werden de PrimaLuna EL34’s vervangen voor de PrimaLuna KT88’s, en dat bleek een gouden greep te zijn. De ‘punch’ nam toe, het laag reikte net wat dieper en had meer kracht en definitie. Hiermee werd trouwens ook duidelijk dat de Esotar 2i tweeter zó ragfijn en zijdezacht speelde dat het iets frissere hoog van de KT88’s geen enkel probleem was.
Als ik, terugkijkend op mijn vorige review, één verbeterpunt voor de Contour 30 had mogen aanwijzen, dan was dat een lichte terughoudendheid in het lagere middengebied, waar stemmen en veel akoestische instrumenten hun primaire timbre hebben. Daar mankeerde op zich niets aan, maar in combinatie met sommige versterkers of in een gedempte luisterruimte kon de Contour 30 soms wat té laid-back klinken. Blijkbaar was dat niet alleen mij opgevallen, want al bij de eerste jazzy tonen van het prachtige Paul McCartney tribute album Taste Of Honey van Ulf Wakenius, Lars Danielsson en Magnus Öström tapte de nieuwe Contour 30i duidelijk uit een ander vaatje. Het soepele gitaarspel van Wakenius klaterde dynamisch en kleurrijk uit de luidsprekers en stond duidelijk een stuk naar voren. De ruimtelijkheid was gul en strekte zich zelfs een aardig eind buiten de luidsprekers uit. Een middagje schuiven met de luidsprekers leverde geen enorme verbeteringen op in het geluidsbeeld, dat was en bleef gewoon erg goed. Ook de tonale balans was van meet af aan zeer fraai. Het laag ging diep maar werd op geen enkel moment te zwaar, dus zelfs in mijn luisterkamer van ongeveer 25 vierkante meter konden de meegeleverde dempende schuimproppen voor de baspoorten in hun zakje blijven. Het middengebied klonk open en transparant en liet de natuurlijke timbres van akoestische muziek mooi horen, met een lichte neiging naar warmte die ik van Dynaudio ken en altijd zeer heb gewaardeerd.
Waar misschien wel de grootste winst is behaald is het hoog. Ik beluister muziek doorgaans holistisch, dus zonder te focussen op deelgebieden in het frequentiebereik, maar voor een recensie zet ik mezelf uiteraard in de analyse-modus. Die forse toename in ruimtelijkheid, met name in de breedte van het beeld maar zeker ook in de diepte, moest toch ergens vandaan komen. De ervaring leert dat vooral een zeer goed fasegedrag en nauwe toleranties in de gelijkheid van de gebruikte units heel belangrijk zijn voor ruimtelijke weergave. Aangezien Dynaudio al sinds jaar en dag haar eigen drivers maakt en de filtering daar naadloos op kan aanpassen zit dat dus wel snor. En die dekselse Hexis dome, dat onopvallende stukje kunststof dat veel geld en moeite heeft gekost om te ontwikkelen maar dat daarna maar een paar duppies per stuk kostte…het kán niet anders dan dat die een cruciale bijdrage levert. Die enórme ruimtelijkheid hoorde ik eerder namelijk ook bij de nieuwe Confidence en de Evoke serie, waar de Hexis dus óók in wordt toegepast.
Waar de weergave trouwens nóg beter van werd was het gebruik van de geïntegreerde spikes. Omdat het tijdens het vaststellen van de beste plaats voor de luidsprekers handiger was om de onder de pootjes gemonteerde rubberen voetjes te gebruiken heb ik de dagen erna op die manier verder geluisterd. Ik ben doorgaans ook geen grote liefhebber van spikes, maar zodra ik ze met de goed in de hand liggende knoppen een klein stukje naar beneden had gedraaid – een millimeter slechts, omdat een groter hoogteverschil de weergave te veel zou hebben veranderd – en de luidsprekers weer netjes waterpas stonden bekroop me het gevoel dat de definitieve metingen in Jupiter mét de spikes moeten zijn uitgevoerd. Want hoewel er tonaal niet zo heel veel veranderde werden zaken als plaatsing, dynamiek en timing allemaal nog een paar puntjes beter. Dat was goed te horen bij het wonderlijke nieuwe album Conference Of Trees van Pantha du Prince, dat een lekker ruimtelijke productie heeft en allerlei percussieve geluiden bevat die op verschillende plaatsen in het geluidsbeeld staan. Ik had bij dit album regelmatig het gevoel dat ik kon opstaan om er tussendoor te lopen.
Stemmen waren met de Contour 30i ook wat levendiger dan ik me herinner van zijn voorganger. Een prachtig album om dat vast te stellen is Book Of Romance And Dust van Exit North. Dit project van voormalig Japan-drummer Steve Jansen en een aantal Zweedse studiomuzikanten is zowel muzikaal als opnametechnisch van een ongelooflijke schoonheid. Zanger Thomas Feiner heeft in het timbre van zijn hese bariton regelmatig wat weg van Steve Jansen of diens broer David Sylvian. De Contour 30i gaf de stem met zoveel detail weer dat ik – cliché-alarm! – het gevoel had dat hij voor me in de kamer stond en zich rechtstreeks tot mij richtte. Confronterend en zeer intiem, en kippenvel van top tot teen. Als een luidspreker, als laatste schakel in de keten, dáártoe in staat is dan weet je dat alles klopt.
Conclusie
De Contour 30i is een forse maar slank ogende luidspreker, met een kleurrijk en dynamisch karakter dat muziek luisteren tot het feestje maakt dat het moet zijn. Voortschrijdend technisch inzicht laat zich niet beteugelen, zo blijkt. Dynaudio verdient een compliment voor het feit dat ze hun ingenieurs de vrije hand hebben gegeven om de naar Dynaudio-begrippen nog redelijk recente modellen van de populaire Contour serie op de meetbank te zetten en te verbeteren. Het resultaat is – in ieder geval wat de Contour 30i betreft – zeer opmerkelijk. Maar ‘in der Beschränkung zeigt sich der Meister’, zoals de Fransen zeggen.
De ingenieurs en de gouden oren van Dynaudio hebben precies datgene veranderd dat nodig was om het geheel naar een hoger plan te tillen, maar daarbij hebben ze het originele karakter goed herkenbaar weten te houden. De prijs (7.000 euro per paar) is in absolute zin fors, maar in relatieve zin volledig gerechtvaardigd. De Dynaudio Contour 30i biedt zeer veel waar voor zijn geld en is een lust voor het oog én het oor. Krachtig aanbevolen!
Dynaudio Contour 30i
€ 7.000,00 per paar | dynaudio.nl
[ad_2]