Geen laptop of minder hulp: ongelijkheid groeit door thuisonderwijs

[ad_1]

De sluiting van de scholen vanwege het coronavirus leidt tot groeiende ongelijkheid onder leerlingen. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit van Amsterdam. Hoogopgeleide ouders helpen hun kind veel vaker met het schoolwerk en voelen zich ook veel beter in staat te helpen dan laagopgeleide ouders.

- Advertentie -

Tachtig procent van de hoogopgeleide ouders met een universitaire studie voelt zich in staat om hun kinderen op de basisschool te helpen ten opzichte van 63 procent van de laagopgeleide ouders. Bij ouders met kinderen op de middelbare school is dat contrast nog groter: 75 procent tegenover 40 procent.

“Het gevolg is dat kinderen in een zogenoemde kansrijke omgeving meer kunnen leren in een periode met scholing op afstand dan kinderen in een kansarme situatie”, zegt socioloog Thijs Bol die voor de UvA dit onderzoek uitvoerde.

De juf kan beter uitleggen

Evert is een van de ouders die het vaak lastig vindt om zijn kinderen, die op de basisschool zitten, bij het schoolwerk te helpen. “Ik ben op mijn 16de van school gegaan om te werken bij een sloopbedrijf. Dat is wel wat anders dan onderwijzer. Vooral met Nederlands kan ik niet goed helpen.”

Hij gelooft zeker dat er verschillen ontstaan tussen kinderen met hoog- en laagopgeleide ouders. “Mensen met een hoge opleiding kunnen veel makkelijker vragen beantwoorden dan dat ik dat kan. Ik weet niet veel van de dingen die ze krijgen op school. Bij moeilijke vragen zeg ik: sla maar over.”

Everts dochter Djibrella, die in groep acht zit, is blij dat ze straks weer naar school mag. “Ik mis mijn klasgenoten heel erg. En de juf kan beter uitleggen dan mijn vader. Want die snapt heel veel dingen niet zo goed.”


Evert vindt het lastig om zijn kinderen te helpen bij het schoolwerk

Nieuwsuur

Er zijn ook verschillen in de mogelijkheden die kinderen thuis hebben om het schoolwerk te doen. Lang niet iedereen heeft een eigen werkplek of een slaapkamer. “Ongeveer een derde van de kinderen uit de steekproef heeft geen eigen laptop of tablet om mee te werken”, zegt onderzoeker Bol.

“Dit komt gedeeltelijk doordat het vanuit school niet altijd nodig is. Maar er zijn ook ouders die aangeven dat hun kind geen eigen computer heeft terwijl dat wel belangrijk is voor het schoolwerk.” Dit zijn vooral gezinnen met weinig inkomen, al geven verschillende ouders ook aan een tablet of laptop te kunnen lenen van school.

Onder middelbare scholieren is er minder ongelijkheid als het gaat om veel materiële zaken. “Toch heeft vijf tot tien procent geen eigen kamer, werkplek of laptop. Vooral dat laatste kan een probleem zijn, aangezien praktisch alle ouders aangeven dat schoolwerk alleen met een computer gemaakt kan worden. Bovendien zijn het dezelfde leerlingen die ook geen eigen werkplek hebben.”

Als ik klaar was met mijn werk in de zorg, moest ik ook nog aan de slag als juffrouw. Ik ging er aan onderdoor.

Priscillia

Ook het schoolwerk van de tienjarige dochter van Priscillia moest gemaakt worden op de laptop. Dat leverde de eerste twee weken de nodige technische problemen op. “Dan was mijn computer niet geschikt, dan deed het geluid het niet.” Ook een leencomputer van school bood uiteindelijk geen uitkomst.

“Met het inloggen ging het steeds mis. Mijn dochter Kelly probeerde het telkens weer, maar zonder succes en zonder ouders in de buurt.” Want Priscillia en haar man hebben allebei een vitaal beroep en kunnen daardoor hun dochter alleen in de avonduren bij haar schoolwerk helpen.

“Ik werk in de zorg en dat is nu extra zwaar. Als ik dan thuiskwam moest ik ook nog aan de slag als juffrouw. Ik ging er aan onderdoor. En mijn kind ook.” Gelukkig had de schooldirecteur alle begrip voor hun situatie en gaat Kelly nu op de dagen dat Priscillia werkt naar school. “Al na de eerste dag zag ik weer een vrolijk kind.”

Meer contact met de school

Uit het UvA-onderzoek komt ook naar voren dat alle ouders – ongeacht opleidingsniveau – het belangrijk vinden dat hun kind het schoolwerk goed maakt. Ook blijkt dat scholen hun best doen om kinderen in minder kansrijke situaties te bereiken. Laagopgeleide ouders geven aan meer contact met de basisschool te hebben dan hoogopgeleide ouders.

[ad_2]

- Advertentie -