Review: Je Sony-tv als centerspeaker – gimmick of echt bruikbaar?

[ad_1]

Sony biedt op nieuwe televisies een unieke centerkanaalfunctie. Dat wil zeggen dat je een surroundopstelling kunt bouwen waarbij de tv de centerspeaker vervangt. Interessant, want zo komen dialogen écht uit het scherm. Maar kan een tv-toestel echt een centerspeaker evenaren? Tijd om dat te onderzoeken.

Je televisie als centerspeaker

In veel opstellingen is de centerspeaker de lastigste speaker om te plaatsen. Het doel van deze luidspreker is ervoor te zorgen dat het geluid schijnbaar uit het scherm komt gerold – terwijl het ding vaak net onder of boven het scherm staat. De reden waarom dit belangrijk is, is simpel: dit kanaal bevat het merendeel van de gesproken dialogen en geluidseffecten die recht voor je neus plaatsvinden. Een personage die met een aansteker een sigaret aansteekt bijvoorbeeld, dat geluid van een ontstekende vlam en de eerste ademteug waarbij de rook in de longen wordt getrokken moet echt uit je scherm komen. Is er een ontkoppeling tussen wat je ziet en waar het geluid vandaan komt, dan word je uit de filmbeleving getrokken.

- Advertentie -

Bij high-end thuisbioscopen met projectors en in cinemazalen wordt daarom vaak gewerkt met projectieschermen uit een akoestisch doorlatende stof met daarachter de centerspeaker geplaatst. Bij een televisie is dat lastiger te realiseren en moet de centerspeaker meestal meteen onder het scherm geplaatst worden. Tenzij je Sony heet. Want dankzij hun Acoustic Surface-technologie kunnen bepaalde tv-toestellen van het Japanse merk wel geluid rechtstreeks uit het scherm laten komen. De logische stap om te zetten? Zorgen dat die tv’s uitsluitend het centerkanaal afspelen en de andere kanalen door surroundspeakers in de kamer sturen. Zo wordt de televisie de centerspeaker. Er hangt wel een prijskaartje aan vast. Deze Center Speaker Mode of (zoals Sony het in het Nederlands noemt: Modus TV-middenspeaker) vind je enkel op bepaalde high-end modellen uit 2018, 2019 en 2020. Voor onze test gaan we aan de slag met een KD-65AF9 – dus een OLED-model uit 2018. De andere Sony-tv’s met deze modus zijn de AG9-, ZH8-, ZG9 en Z9H-modellen. Bij elk zijn er verschillende schermgroottes beschikbaar, maar het gaat in elk geval altijd om de hoogste en duurste televisies van Sony. In dit artikel gaan we niet verder in op de beeldkwaliteit of andere eigenschappen van deze toestellen. Daarvoor verwijzen we je graag naar de tests van de desbetreffende televisies.

Trillend scherm

De Sony-kenner die bovenstaande lijstje doorneemt zal merken dat de Center Speaker-modus zowel bij OLED- als LCD-televisies te vinden is. En dat is eigenlijk best vreemd. Acoustic Surface is immers enkel mogelijk bij dunne OLED-schermen, niet bij dikkere lcd-panelen met hun weinig flexibele backlight.

Ter herinnering: Acoustic Surface  – en zijn opvolger Acoustic Surface+ – gebruikt actuators (eigenlijk een klein motortje) om het glas op je tv-scherm te doen trillen zodat het functioneert als een conus van een luidspreker. Het klinkt misschien onwaarschijnlijk dat zoiets kan bestaan, maar ook in het verleden zijn er speakers geweest die een stuk glas deden vibreren en zo geluid doorbrachten. Echt fantastisch klonken die oude toestellen nooit, maar het systeem van Sony is bijzonder geavanceerd en presteert stukken beter. Dat er nu een heel dun glas wordt bewogen en dat het gaat om een zeer grote oppervlakte, maakt Acoustic Surface extra effectief. Bovendien wordt er niet geprobeerd om alle frequenties weer te geven, een slimme zet van Sony. Een extra woofer achteraan de televisie zorgt voor de nodige ondersteuning zodat het schermglas enkel hogere frequenties (dus heel snelle en kleinere bewegingen) moet voortbrengen. De lage frequenties of bassen komen dus van achteraan de tv. Maar dat is geen probleem, want hoe lager de frequentie, hoe minder directioneel tonen zijn voor ons gehoor. Met onze fysiologie kunnen we immers perfect de richting van een hoge toon bepalen, maar heel lage klanken kunnen we moeilijk lokaliseren. Daarom dat een aparte actieve subwoofer in een surroundopstelling niet per se in de buurt van je scherm moet staan. We vermoeden bovendien dat heel lage tonen via het glasmedium produceren zou leiden tot zichtbare beeldvervorming en een grotere kans op breuken en barsten. De Acoustic Surface+-technologie die je vindt op de nieuwste Sony-modellen, gaat een stap verder door het aantal actuators te verhogen van twee naar drie (links-midden-rechts achter het scherm) en de woofer achteraan te verdubbelen. Acoustic Surface lijkt dus de perfecte technologie voor de Center Speaker-modus. Het zorgt er immers voor dat het scherm zelf geluid produceert. En dat is precies wat je wil bij het bekijken van films.

De Modus TV-middenspeaker zit echter dus ook op lcd-modellen, zoals de ZG9-toestellen. Een lcd-paneel kan niet vibreren zoals een OLED-paneel omdat het uit meer lagen bestaat. Vooral de onderste laag met de LED-backlight maakt deze panelen te stug om ze te laten vibreren. Daarom dat deze tv’s komen met wat Sony Acoustic Multi-Audio noemt, in essentie meerdere speakers die rondom het scherm zijn geplaatst. Bij de ZG9 gaat het om vier stuks: twee onderaan het scherm, twee bovenaan. Daarnaast zijn er twee tweeters achteraan geplaatst en vibreert het kader rond het scherm mee. Door slimme software die de timing van geproduceerde geluidsgolven aanpast kan de illusie gewekt worden dat het geluid uit het scherm komt. De technische uitleg van Surface Multi-Audio houdt steekt, maar we willen toch benadrukken dat onze test gebeurde met een OLED-display met Acoustic Surface+. Afgaande op een korte demonstratie van een Surface Multi-Audio-tv, lijkt ook dit systeem in staat om je via zinsbedrog te doen denken dat het geluid het scherm zelf komt. Maar is het even effectief als het OLED-systeem voor centerkanaalgebruik? Dat hebben we niet kunnen vergelijken.

Aansluiten als een speaker

Wat moet je nu doen als je een compatibele Sony-tv als centerspeaker wilt inzetten? Het zal je misschien verbazen, maar je sluit het toestel gewoon op dezelfde manier aan als een echte luidspreker: met luidsprekerkabel. Achteraan op de AF9 vinden we daarvoor twee degelijke terminals die ook geschikt zijn voor banaanstekkers. De aansluitingen zijn goed bereikbaar, onderaan de voet die de twee woofers bevat. Een goede plaatsing, want dit is ook een handige locatie als je kabels netjes wil wegwerken.

Hoewel we de AF9 niet echt gaan bespreken op andere vlakken, moeten we het toch even hebben over het design. De Sony-tv’s met een of twee woofers achteraan pakken het immers anders aan dan doorsnee tv-toestellen die met een klassieke voet komen. De woofers zitten in een driehoekige aanhangsel op de achterkant van de televisie. Bij het plaatsen wordt het uitgeklikt zodat je een soort stand krijgt en het scherm licht hellend staat. Let op: het is een zware constructie, die nog heftiger wordt wanneer je het meegeleverde stabilisatiegewicht monteert. Een 65-inch televisie moet je sowieso met twee personen plaatsen, maar dat is zeker zo bij dit apparaat en (vermoedelijk) de andere compatibele modellen. En ophangen? Dan kan, maar niet op een standaardbeugel. De woofer klap je bij muurmontage niet uit, maar blijft plat tegen de achterkant van de tv hangen. Dit maakt de totale dikte van het scherm wat groter dan je zou verwachten van een OLED-tv. De lcd-modellen met Surface Multi-Audio hebben dit probleem niet.

De luidsprekerkabel die naar de tv leidt, vertrekt uiteraard bij een AV-receiver. Voor deze test hebben we eerst een Denon AVR-X6300H gebruikt (ons huidig vast testtoestel), daarna ontvingen we een spitstechnologische NAD T778 in de testruimte. Het lijkt ons logisch dat je deze receiver aansluit op de HDMI-ARC-ingang van de Sony-tv, hoewel dat enkel echt een verplichting wordt als je bronnen wil bekijken die rechtstreeks op je televisie hangen. Of ingebouwd zijn, zoals de Netflix-app of een andere app die op de Android TV-interface van het Sony-toestel draait.

Duiken in de tv-interface

De Android TV-software biedt veel pluspunten, zoals ingebakken Chromecast en vele handige apps. De interface komt Android-gebruikers wellicht meteen vertrouwd over. Niet zozeer omdat het een kopie is van de smartphone-menu’s – dat is het niet – maar wel omdat de achterliggende filosofie hetzelfde blijft. Net zoals bij mobiele toestellen mag elke fabrikant Android TV een beetje aanpassen en uitbreiden met eigen menu’s. Sony doet dat in beperkte mate. Op zich is de bediening zeer helder op de KD-65AF9, maar het is wel zo dat de audio-instellingen bij het merk soms onduidelijk geformuleerd zijn. Een oud zeer. Een van de problemen is dat Sony zijn eigen terminologie gebruikt in plaats van termen die algemeen bekend zijn. Het woord ‘bitstream’ of ‘PCM’ vind je bijvoorbeeld nergens terug, terwijl dat wel termen zijn die universeel gebruikt worden om aan te geven dat de audiostream onveranderd dan wel in stereoformaat wordt uitgestuurd via de ARC-verbinding.

Ook als je de Sony-tv als middenspeaker wil gebruiken kom je lichtjes onlogische zaken tegen. Om de centerspeakermodus te gebruiken moet je zo niet enkel de instelling voor de centerspeaker activeren. Ook moet je het geluidsapparaat veranderen van ‘tv-speakers’ naar ‘audiosysteem’, anders komt er geen geluid uit. Dat is misschien niet voor iedereen even logisch. In theorie zou die verandering naar ‘audiosysteem’ automatisch moeten gebeuren als je de receiver inschakelt (vooropgesteld dat HDMI-CEC op het audiotoestel geactiveerd is). Maar lag het aan de Sony-tv of aan onze langere HDMI-kabel, feit is dat de tv die omschakeling niet altijd uit zichzelf deed.

Meten is een verplichting

Ben je een purist die niet houdt van de kalibratiefunctie op je receiver? Pech, je gaat het nu echt moeten gebruiken – of handmatig wat meer werk doen dan gewoonlijk nodig is. De centerspeaker via de tv-speaker heeft nu eenmaal een veel uitgebreider signaalpad dan de andere surroundspeakers in je opstelling. Het geluid voor dit kanaal is dus langer onderweg, wat je echt merkt als je zonder kalibreren aan de slag gaat. Er is zelfs een kleine echo merkbaar, onder meer bij dialogen die verspreid zijn over een zijkanaal en de center (bijvoorbeeld wanneer een personage aan de rand van het scherm staat te spreken).

De lengte van het signaalpad is zelfs zo groot dat een kalibratiefunctie op je receiver gekke resultaten zal opgooien. Audyssey op de Denon-receiver rapporteerde bijvoorbeeld dat de centerspeaker zich op een afstand van acht meter bevond. In realiteit bevond de tv zich op circa 3 meter van onze stoel. Het leek ons een bug, vergelijkbaar met de foutieve meetresultaten die je kunt krijgen bij een bipole-luidsprekeropstelling (zie onze test van de Definitive Technology BP9000-speakers). Maar het fenomeen is Sony bekend en hun advies is de hoge meetwaarde te behouden om de verschillende kanalen in sync te houden. Wil je handmatig te werk gaan, dan kun je dus niet zomaar de waarde die je meet invoeren. Overigens, met een lasermeter mikken op een tv-scherm is ook niet bepaald handig of nauwkeurig.

Bij de NAD-receiver hoort het uitstekende Dirac-systeem, wellicht de beste kamercorrectiesoftware beschikbaar. Het meten duurt wel relatief lang bij Dirac omdat je de meetmicrofoon op 13 posities moet plaatsen, waarbij op elke positie ook een lange reeks testtonen worden afgespeeld. Hoe meer kanalen, hoe langer. De opstelling die wij gebruikten is 5.1.2, met naast de Sony-tv als centerkanaal nog Alteco- en Rubicon-speakers van Dali en een Silver W12-subwoofer van Monitor Audio.

Het boeiende aan Dirac is dat je ook inzicht krijgt in de prestaties van je speakers in je kamer. Zo kunnen we ook zien hoe de Sony-tv als luidspreker functioneert. In onze meting zie we ook die vertraging door het signaalpad terugkeren, en ook een dip in de weergave rond 220 Hz die we meestal niet registreren met onze vast centerspeaker (een Dali Rubicon Vokal). We vermoeden dat hier wel eens het crossoverpunt kan zitten tussen de tv-woofer en Acoustic Surface-speaker in het scherm. Dirac wil dat natuurlijk compenseren, maar dat kan niet helemaal. De rest van de gemeten curve ziet er overigens heel normaal uit, zonder opvallende pieken en met een heel geleidelijke roll-off vanaf 10 kHz.

Hoe goed klinkt het?

Muziek in surround beluisteren is niet echt iets dat heel veel mensen doen. Toch vinden we surroundopnames, zoals die van het Noorse 2L-label, best interessant als ze goed zijn geproducet. Dat wil onder meer zeggen dat de extra kanalen worden gebruikt om de natuurlijke ambience en reflecties van een ruimte weer te geven, niet om allerlei geluidstrukjes op je af te vuren die uiteindelijk vooral afleidend zijn. Een mooi voorbeeld van zo’n subtiele opname is 2L’s Edvard Grieg Blu-ray (DTS HD MA 5.1 of 7.1), die we er graag bijhalen als we een middenspeaker willen beoordelen op zijn muzikale kunnen en natuurlijkheid. Dat een stem niet helemaal klopt, hoor je immers niet meteen, maar je merkt het wel snel als een snaarinstrument zoals een piano niet helemaal klopt. Qua natuurlijkheid kunnen we de AF9 niet op al te veel slechts betrappen. De integratie met de linkse en rechtse luidsprekers is goed

We doorlopen de officiële Dolby-demo’s met Atmos-content, via de NAD-receiver en met een gecorrigeerde Dirac-curve. Integratie met de rest de van de surroundopstelling is vrij goed, al vinden we wel dat de Sony-tv iets feller en luider uit de hoek komt dan de andere speakers. Gelukkig kun je het centervolume op de T778 met een druk op de knop bijregelen. Het geluid van de regen in de ‘Amaze’-demo klinkt relatief realistisch bijvoorbeeld, niet scherp of artifieel zoals bij een kleine speaker. Een klein beetje meer diepte zou het helemaal natuurlijk maken; het is hoorbaar dat Acoustic Surface niet honderd procent goed aangevuld wordt door de woofers. Wat vinden we echt heel sterk? Bij de Horizon-demo komt de stem echt uit het scherm, vliegen de twee ruimteschepen over ons heen en recht op de planeet af, en is de waterval ook precies gelokaliseerd – in het midden van het scherm – waar het hoort.

Als testfilm halen we ‘Gemini Man’ (Ultra HD Blu-ray, Dolby Atmos) er bij. Het is een meer dan een klein beetje een miskleum, dit vehikel met Will Smith, en dit ondanks de regie van de ooit zeer hoog aangeschreven Ang Lee. Je moet niet lang kijken om te realiseren dat de uitstekende plaatsing van geluidseffecten de grote troef van Acoustic Surface is. De absurde scène waarbij Will Smith een handgranaat gooit naar zijn jongere kloon – sorry, spoiler! – en die de granaat terugkaats door er op te schieten: het ketsende geluid en de explosie komen recht op je af. Ook de daarbij volgende achtervolging met de motorfietsen staat bol van perfect geplaatste SFX. Maar, als we eerlijk moeten zijn, vooral de mannenstemmen missen een beetje de volheid die we gewoon zijn. We denken niet dat verdere Dirac-correcties het iets of wat dunnere karakter kunnen rechttrekken.

Als we je een kijktip mogen geven: Babylon Berlin’ (streaming, Dolby Digital 5.1). De Duitse topserie geregisseerd door Tom Twyker is visueel echt sterk, ook qua sounddesign. De overvolle nachtclubscène uit de tweede aflevering, met het nummer ‘Zu Asche, Zu Staub’, brengt de sfeer van de dolle maar ook donkere jaren twintig-dertig in Berlijn perfect over, bijvoorbeeld. We noteren dat de uitgebreide drumsolo in het midden van dit nummer heel ritmisch en strak uit de Sony komt en de vele kleine geluidseffecten die de sfeer in de club goed worden weergeven. Onze vaste centerspeaker doet het wel nog een stuk beter qua laagweergave, en dan merken we hier wel omdat de muzikanten in verschillende shots ook recht voor je op het podium staan.

Maar globaal genomen blijft de conclusie: de positionering en timing zit goed, en voor een onconventionele speaker die van een glasmedium gebruik maakt is de frequentieweergave eigenlijk ook wel best indrukwekkend. Een grotere centerspeaker uit een hogere prijsklasse doet het zonder twijfel wel beter, maar de Modus TV-middenspeaker is niet zo’n grote compromisoplossing als je misschien zou denken.

Conclusie

Er zijn wel wat zaken die de Center Speaker Mode net iets minder interessant maken. Het is enkel aanwezig op behoorlijk dure tv-toestellen bijvoorbeeld. Al kun je dat wel weer counteren door te stellen dat je dan wel een thuisbioscoop uitrust met een scherm dat zeer goede beeldkwaliteit biedt. De plaatsing op een meubel of aan de muur is bij de modellen met achterliggende woofer ook net iets uitdagender. Ook de installatie vereist iets meer moeite.

Maar eens alles geregeld is? Dan blijkt de Sony-tv een verbazend goede centerspeaker te zijn. Hoewel de TV middenspeakermodus de diepte en subtiliteit van ons vaste (prijzige en forse) centerluidspreker mist, levert Acoustic Surface+ zeker geen flauw of dun tv-geluid. De belevingswaarde is vooral hoog omdat de centrale plaatsing perfect is om gesproken dialogen en centraal geplaatste geluidseffecten precies weer te geven. Hier heeft Sony echt een streepje voor losse centerspeakers die noodgedwongen wat lager staan.  Het centerkanaal lijkt echt uit het scherm te komen – want dat is ook precies wat het doet Samengevat: wil je een woonkamer omtoveren tot thuisbioscoop met een minimum aan speakers, dan is de Sony-aanpak een interessante piste om te onderzoeken. Je schrapt één grote speaker en krijgt er een stuk meer beleving bij. Een mooie ruil, lijkt ons.

Minpunten

  • Enkel beschikbaar op duurste Sony-tv’s
  • Goed kalibreren en zelf interpreteren is noodzakelijk
  • Interface tv niet duidelijk voor audio
  • Centerspeaker enkel beschikbaar als tv aanstaat

Pluspunten

  • Verrassend brede frequentieweergave
  • Hoog realismegevoel
  • Biedt handige oplossing voor plaatsing centerspeaker
  • Installatie is niet bepaald moeilijk

Homecinema Magazine
Beoordeling
8.010Jamie Biesemansproduct

Bekijk

Bekijk

Bekijk

Bron: kieskeurig.nl

Bekijk

Bekijk

Bekijk

Bron: kieskeurig.nl

Bekijk

Bekijk

Bekijk

Bron: kieskeurig.nl

[ad_2]

- Advertentie -