[ad_1]
De Nederlandse groep Van der Valk, in handen van de vierde generatie, baat 115 hotels uit. Daarbij hanteert ze strikte criteria. De belangrijkste? Enkel afstammelingen van stamvader Martinus van der Valk komen in aanmerking voor de uitbating van een Van der Valk-hotel.
Hoteldynastieën zijn niet zeldzaam. Hilton is het bekendste voorbeeld. Maar de geschiedenis van de Van der Valk-groep is uniek. Alles begon in 1862, toen Nicolaas van der Valk in Voorschoten, ten noorden van Den Haag, de boerderij De Gouden Leeuw kocht. Die breidde hij uit met een café met terras. Bij zijn dood was Martinus, de jongste van zijn 25 kinderen (bij twee vrouwen), amper zeven. Maar hij legde wel de basis van het familie-imperium. Na het overlijden van zijn moeder in 1929 verhuisde hij naar De Gouden Leeuw, waar hij al een slagerij had. Hij voegde er hotelkamers aan toe, een autohandel met een reparatiewerkplaats en een busdienst. Zijn talrijke reizen voor zijn autobedrijf brachten hem op een idee: in De Gouden Leeuw moest je kunnen slapen en eten zoals thuis. Het zaadje voor de Van der Valk-groep was geplant.
Eén bedrijf per kind
De groep groeide nadat Martinus van der Valk had beslist dat elk van zijn elf kinderen, zes meisjes en vijf jongens, een eigen zaak moest hebben. Het hielp ook dat zijn dochters trouwden met mannen die ook ondernemersbloed in de aderen hadden. Martinus kocht bedrijven. Meestal ging het om noodlijdende ondernemingen, waarop hij vervolgens het familierecept toepaste.
De groep kwam naar België naar aanleiding van de Wereldtentoonstelling Expo 58. Martinus van der Valk had zijn zinnen gezet op een sjofel café met veel grond in Brasschaat, langs de snelweg van Rotterdam naar Antwerpen. Zijn dochter An van der Valk en haar man Ben Wohrmann verhuisden in 1958 naar het Dennenhof en voegden er al snel een dertigtal houten kamers aan toe. Het eerste Belgische motel was geboren. En daarmee ook het eerste van de groep. Pas tien jaar later, op aanzet van Ans broer Gerrit van der Valk, specialiseerde de familie zich in de bouw van motels. Nuland was in 1968 het eerste hotel dat geheel door de familie van der Valk was ontworpen en gebouwd.
Verantwoorde prijzen
De familiegroep is blijven groeien in België. Bert Wohrmann, de oudste zoon van An van der Valk, richtte zijn blik op Wallonië. Zijn vier zonen baten er elk een hotel uit: in Charleroi, Nijvel, Bergen en Verviers. Een van de vier, Marco Wohrmann, kocht vorig najaar het vijfsterrenhotel Les Comtes de Méan in Luik. “Ik hou al heel lang van het mooiste hotel in Luik”, motiveert Marco Wohrmann de aankoop. “We kochten het vijfsterrenhotel op het moment dat we vorig jaar het Congres Hotel in de stad openden. We wilden voorkomen dat iemand van buiten de hotelsector het zou overnemen en onverantwoorde kamerprijzen zou vragen. De markt in Luik is klein, dus we moeten voorzichtig zijn. Het gaat goed met het hotel, dat we hebben omgedoopt tot Hôtel Sélys. Net als in het Congres Hotel halen we een bezettingsgraad van 80 procent. Maar de bedrijfskosten waren enorm hoog. Het etablissement bood een ongelooflijk niveau van dienstverlening, maar de prijzen waren niet navenant. In Luik kost een overnachting gemiddeld 100 euro. We zouden het dubbele moeten vragen, willen we uit de kosten komen.”
Marco Wohrmann wil 2 miljoen euro investeren in het overgenomen hotel, zodat het past in het Van der Valk-concept. Er komen een nieuwe keuken, een mooiere bar, directe toegang tot het prachtige terras van het restaurant, een parking. “Mijn vrouw en ik zullen het hotel ook herinrichten. Daarvoor krijgen we carte blanche van de groep, zolang we binnen het budget blijven natuurlijk. Geen twee Van der Valk-hotels zijn gelijk, afgezien van het toekanlogo. Veel mensen vragen waarom we niet voor een valk hebben gekozen. Dat zou logischer zijn, gezien onze naam. Maar na de Tweede Wereldoorlog had de valk een zeer slecht imago in Nederland, door de nazi’s. Op een bepaald moment liet mijn overgrootvader een toekan overkomen naar het door hem overgenomen vogelpark Avifauna. Hij maakte er reclame mee, want de toekan was een zeldzaamheid. De vogel prijkte zelfs op de menukaarten van het parkrestaurant. Zo is het logo van de groep ontstaan.”
In familiebezit
Vandaag bestaat de Van der Valk Groep uit 115 etablissementen: ruim zeventig in Nederland, tien in België, tien in Duitsland en twee in Frankrijk. De groep is voorts actief in Spanje en de Cariben. Al die hotels voldoen aan de zeer strikte criteria van de familiegroep. “Als je een Van der Valk-hotel wil openen, moet je een afstammeling zijn van Martinus van der Valk”, lacht Marco Wohrmann. “Bovendien moet het hotel voor 100 procent in familiehanden zijn. In Sélys bijvoorbeeld, bezit ik 100 procent. In Verviers is het hotel in handen van de holding van mijn vader en in het Congrès Hôtel bezitten mijn broers en ik elk een kwart van de aandelen. Een ander criterium is dat we alleen nog viersterrenhotels exploiteren. Dat is een strategische keuze. Veel bedrijven verbieden hun personeel een kamer in een vijfsterrenhotel te nemen. Wij willen die bedrijvenmarkt niet verliezen. Vandaar onze focus op vier sterren.”
Tot 1995 waren de familiezaken min of meer gecentraliseerd. Maar na de ontvoering van de vrouw van Gerrit van der Valk en de stipte betaling van het losgeld, bemoeide de Nederlandse belastingdienst zich met de zaak. Dat veroorzaakte veel ophef in Nederland. Het imperium werd fiscaal-juridisch herschikt. “De groep is opgesplitst in elf dochterondernemingen”, legt Marco Wohrmann uit. “Eén bedrijf voor elk van de kinderen van Martinus van der Valk. In mijn tak van de familie splitste mijn vader zijn bedrijf onmiddellijk af van dat van zijn broers en zussen. Maar in de tak Luiten, die onder meer onze vestigingen in Diegem en Brugge beheert, werken ze nog altijd allemaal samen. Mijn generatie telt 300 neven en nichten. Die beheren natuurlijk niet allemaal een hotel. Sommigen hebben zich gespecialiseerd, bijvoorbeeld in informatica, marketing of design. Er is in de derde generatie misschien een beetje ruzie geweest wegens belastingzaken, maar dat gaf mijn generatie tegelijk een goede basis. Het creëerde transparantie in al onze activiteiten. Sommige zaken zijn nog altijd gecentraliseerd, zoals de aankoop. Maar het principe is dat de winst wordt herverdeeld. Niemand verdient geld op de rug van een ander. Wie niet geïnteresseerd is in het bedrijf, krijgt een compensatie, maar dat heeft nooit gevolgen voor het familiebedrijf. Met andere woorden, de groep verkoopt geen hotels.”
Hoteldynastieën zijn niet zeldzaam. Hilton is het bekendste voorbeeld. Maar de geschiedenis van de Van der Valk-groep is uniek. Alles begon in 1862, toen Nicolaas van der Valk in Voorschoten, ten noorden van Den Haag, de boerderij De Gouden Leeuw kocht. Die breidde hij uit met een café met terras. Bij zijn dood was Martinus, de jongste van zijn 25 kinderen (bij twee vrouwen), amper zeven. Maar hij legde wel de basis van het familie-imperium. Na het overlijden van zijn moeder in 1929 verhuisde hij naar De Gouden Leeuw, waar hij al een slagerij had. Hij voegde er hotelkamers aan toe, een autohandel met een reparatiewerkplaats en een busdienst. Zijn talrijke reizen voor zijn autobedrijf brachten hem op een idee: in De Gouden Leeuw moest je kunnen slapen en eten zoals thuis. Het zaadje voor de Van der Valk-groep was geplant.De groep groeide nadat Martinus van der Valk had beslist dat elk van zijn elf kinderen, zes meisjes en vijf jongens, een eigen zaak moest hebben. Het hielp ook dat zijn dochters trouwden met mannen die ook ondernemersbloed in de aderen hadden. Martinus kocht bedrijven. Meestal ging het om noodlijdende ondernemingen, waarop hij vervolgens het familierecept toepaste.De groep kwam naar België naar aanleiding van de Wereldtentoonstelling Expo 58. Martinus van der Valk had zijn zinnen gezet op een sjofel café met veel grond in Brasschaat, langs de snelweg van Rotterdam naar Antwerpen. Zijn dochter An van der Valk en haar man Ben Wohrmann verhuisden in 1958 naar het Dennenhof en voegden er al snel een dertigtal houten kamers aan toe. Het eerste Belgische motel was geboren. En daarmee ook het eerste van de groep. Pas tien jaar later, op aanzet van Ans broer Gerrit van der Valk, specialiseerde de familie zich in de bouw van motels. Nuland was in 1968 het eerste hotel dat geheel door de familie van der Valk was ontworpen en gebouwd.De familiegroep is blijven groeien in België. Bert Wohrmann, de oudste zoon van An van der Valk, richtte zijn blik op Wallonië. Zijn vier zonen baten er elk een hotel uit: in Charleroi, Nijvel, Bergen en Verviers. Een van de vier, Marco Wohrmann, kocht vorig najaar het vijfsterrenhotel Les Comtes de Méan in Luik. “Ik hou al heel lang van het mooiste hotel in Luik”, motiveert Marco Wohrmann de aankoop. “We kochten het vijfsterrenhotel op het moment dat we vorig jaar het Congres Hotel in de stad openden. We wilden voorkomen dat iemand van buiten de hotelsector het zou overnemen en onverantwoorde kamerprijzen zou vragen. De markt in Luik is klein, dus we moeten voorzichtig zijn. Het gaat goed met het hotel, dat we hebben omgedoopt tot Hôtel Sélys. Net als in het Congres Hotel halen we een bezettingsgraad van 80 procent. Maar de bedrijfskosten waren enorm hoog. Het etablissement bood een ongelooflijk niveau van dienstverlening, maar de prijzen waren niet navenant. In Luik kost een overnachting gemiddeld 100 euro. We zouden het dubbele moeten vragen, willen we uit de kosten komen.”Marco Wohrmann wil 2 miljoen euro investeren in het overgenomen hotel, zodat het past in het Van der Valk-concept. Er komen een nieuwe keuken, een mooiere bar, directe toegang tot het prachtige terras van het restaurant, een parking. “Mijn vrouw en ik zullen het hotel ook herinrichten. Daarvoor krijgen we carte blanche van de groep, zolang we binnen het budget blijven natuurlijk. Geen twee Van der Valk-hotels zijn gelijk, afgezien van het toekanlogo. Veel mensen vragen waarom we niet voor een valk hebben gekozen. Dat zou logischer zijn, gezien onze naam. Maar na de Tweede Wereldoorlog had de valk een zeer slecht imago in Nederland, door de nazi’s. Op een bepaald moment liet mijn overgrootvader een toekan overkomen naar het door hem overgenomen vogelpark Avifauna. Hij maakte er reclame mee, want de toekan was een zeldzaamheid. De vogel prijkte zelfs op de menukaarten van het parkrestaurant. Zo is het logo van de groep ontstaan.”Vandaag bestaat de Van der Valk Groep uit 115 etablissementen: ruim zeventig in Nederland, tien in België, tien in Duitsland en twee in Frankrijk. De groep is voorts actief in Spanje en de Cariben. Al die hotels voldoen aan de zeer strikte criteria van de familiegroep. “Als je een Van der Valk-hotel wil openen, moet je een afstammeling zijn van Martinus van der Valk”, lacht Marco Wohrmann. “Bovendien moet het hotel voor 100 procent in familiehanden zijn. In Sélys bijvoorbeeld, bezit ik 100 procent. In Verviers is het hotel in handen van de holding van mijn vader en in het Congrès Hôtel bezitten mijn broers en ik elk een kwart van de aandelen. Een ander criterium is dat we alleen nog viersterrenhotels exploiteren. Dat is een strategische keuze. Veel bedrijven verbieden hun personeel een kamer in een vijfsterrenhotel te nemen. Wij willen die bedrijvenmarkt niet verliezen. Vandaar onze focus op vier sterren.”Tot 1995 waren de familiezaken min of meer gecentraliseerd. Maar na de ontvoering van de vrouw van Gerrit van der Valk en de stipte betaling van het losgeld, bemoeide de Nederlandse belastingdienst zich met de zaak. Dat veroorzaakte veel ophef in Nederland. Het imperium werd fiscaal-juridisch herschikt. “De groep is opgesplitst in elf dochterondernemingen”, legt Marco Wohrmann uit. “Eén bedrijf voor elk van de kinderen van Martinus van der Valk. In mijn tak van de familie splitste mijn vader zijn bedrijf onmiddellijk af van dat van zijn broers en zussen. Maar in de tak Luiten, die onder meer onze vestigingen in Diegem en Brugge beheert, werken ze nog altijd allemaal samen. Mijn generatie telt 300 neven en nichten. Die beheren natuurlijk niet allemaal een hotel. Sommigen hebben zich gespecialiseerd, bijvoorbeeld in informatica, marketing of design. Er is in de derde generatie misschien een beetje ruzie geweest wegens belastingzaken, maar dat gaf mijn generatie tegelijk een goede basis. Het creëerde transparantie in al onze activiteiten. Sommige zaken zijn nog altijd gecentraliseerd, zoals de aankoop. Maar het principe is dat de winst wordt herverdeeld. Niemand verdient geld op de rug van een ander. Wie niet geïnteresseerd is in het bedrijf, krijgt een compensatie, maar dat heeft nooit gevolgen voor het familiebedrijf. Met andere woorden, de groep verkoopt geen hotels.”
[ad_2]