Review SPL Director Mk2 en Performer s800

[ad_1]

SPL is een merk met een stevige reputatie in de studiowereld en een zekere aanhang bij head-fi-liefhebbers. Maar de Duitsers lonken ook steeds vaker naar hifi-liefhebbers. Na een paar indrukwekkende demo’s op High End München, vonden we het tijd om een DAC/voorversterker en eindtrap van SPL in huis te halen.

- Advertentie -

SPL is een merk met een stevige reputatie in de studiowereld en een zekere aanhang bij head-fi-liefhebbers. Maar het Duitse merk lonkt ook steeds vaker naar hifi-liefhebbers. Na een paar indrukwekkende demo’s op High End München, vonden we het tijd om een DAC/voorversterker en eindtrap van SPL in huis te halen.

Net zoals collega-merken als RME en Mytek is het Duitse SPL of Sound Performance Lab een merk dat zijn wortels heeft in de studiowereld. En behoudt, want het merendeel van het SPL-assortiment bestaat uit toestellen die je eerder op het verlanglijstje van een geluidstechnicus vindt. Audio interfaces, mastering consoles, compressors… het zijn apparaten die enkel relevant zijn voor hifi-liefhebbers als er in het café over legendarische opnames wordt gediscussieerd. SPL kennen we echter ook al geruime tijd vanuit de liefhebberij voor head-fi. Al een drietal jaren gebruiken we een Phonitor 2-hoofdtelefoonversterker bij tests van standalone DAC’s, maar ook gewoon om te luisteren. We kozen voor die versterker omdat het relatief neutraal klinkt (ook dit toestel mikt op head-fi-fans én op studiogebruikers), over een krachtig versterkerluik beschikt (op basis van SPL’s 120 Volt Rail Technology), en omdat de Phonitor 2 een heel bijzonder crossfeed-functie bezit die volledig in het analoge domein functioneert. Dus niet digitaal, zoals vergelijkbare functies bij de meeste DAC/hoofdtelefoonversterkers en software als Roon. De SPL-apparaten hebben nog een bijkomend aantrekkingspunt: alle producten etaleren hetzelfde functioneel design dat een solide Duits vakmanschap combineert met een retro-uitstraling. Ze houden wel van hun VU-metertjes, daar bij Sound Performance Lab. Gegeven die oerdegelijke uitstraling is het bijna frivool te noemen dat je elk apparaat ook in een matrood kunt krijgen, mocht je zilvergrijs of zwart te saai vinden.

Klein met overgewicht

De distributie van SPL in de Benelux is vooral gericht op de professionele markt. Misschien is het daarom dat nieuws over hun hifi-producten niet vaak op de radar van de redactie verscheen. Maar een paar bezoeken aan de High End-beurs in München bracht daar verandering in. Het was vooral de editie van mei 2019 waar we echt onder de indruk waren van de SPL-set die we hoorden. Toegegeven, op basis van wat je beleeft op een beurs mag je eigenlijk nooit grote uitspraken doen over geluidskwaliteit. Het is vaak moeilijk inschatten wat de kamer doet, er is niet altijd transparantie over de onderdelen van het systeem dat je hoort en – ook heel belangrijk –vermoeidheid tast je gehoor aan. Om maar te zwijgen over je geduld: je kunt maar zoveel keer diezelfde smaak-van-het-jaar-testtrack aanhoren.

Maar als op zo’n event een demonstratie dan toch iets beter klinkt dan de norm, dan kan het wel een goede reden zijn om een set in een vertrouwde omgeving te beoordelen. Zo ook met deze SPL-set bestaande uit de Director Mk2 DAC/voorversterker en de Performer s800-eindtrap, een voor/eindcombinatie van circa 6.800 euro die ondanks een klein formaat toch belooft de moeilijkste speakers aan te kunnen sturen. Mocht meer nodig zijn, dan kunnen twee Performers in bridge-modus worden geplaatst om 450 Watt vermogen te leveren aan 8-Ohm luidsprekers. Er is ook een gigantische Performer m1000, een monoblok van 25 kg.

Het verrassende aan de SPL-set die we hier bekijken is dat beide apparaten klein zijn, zeker als je ze vergelijkt met klassieke hifi-apparaten. De Performer s800 is ongeveer 28 cm breed en 10 cm hoog, weliswaar met een relatief flinke diepte van 37 cm. Qua afmetingen is de Director Mk2 ongeveer gelijk, het is enkel iets minder diep. Die diepte is dan wel aanzienlijk en maakt de compactheid zonder twijfel een relatief gegeven, zeker als je de SPL-toestellen overweegt omdat je maar weinig plaats hebt in een meubel.

Dansende meters

Het uiterlijk van de twee toestellen is geheel in de zeer herkenbare stijl van SPL. Nu ja, wat is design als het apparaat in kwestie gewoon een grote doos is, zoals bij de Performer? Op een lampje vooraan na is er bij deze versterker niets te zien, maar dat is niet zo vreemd bij een pure eindtrap. De Director daarentegen pronkt wel graag met zijn SPL-genen. De retro-uitstraling is dus behoorlijk sterk in dit toestel, met zijn verlichte VU-metertjes, grote draaiknoppen en antiek aanvoelende dip-switches. We vonden het best knap in de testruimte staan. De bouwkwaliteit is prima en de voorkanten zijn perfect afgewerkt, geen kritiek mogelijk. En toch: qua uitstraling is het nog wel iets anders dan de meeste hifi-apparaten uit de hogere klasse. Zelfs een minimalistische Hegel of een Naim-versterker biedt nog net iets meer premiumgevoel. Het is iets heel subjectief, want het ligt niet aan de kwaliteit bij SPL. Het is echt die keuze voor functie boven sierlijkheid.

We zijn wel enigszins verbaasd dat er geen enkele remote mee in de doos zit. Dat was bij de Phonitor 2 ook zo, maar bij een hoofdtelefoonversterker kun je dat nog vergeven omdat je wellicht nooit ver van de volumeknop luistert. Bij een hifi-toestel is dat wel anders. Het staat vaak op drie meter of meer van je af, veel te ver om handmatig het geluid wat stiller of luider te zetten. Gelukkig is er wel een eenvoudige manier om IR-commando’s van een willekeurige afstandsbediening aan te leren. We grepen snel naar een oude Harman Kardon-remote in de testruimte en koppelden het aan de Director. Dat is eenvoudig: knopje indrukken achteraan de voorversterker, waarna je vier toetsen (volume omhoog en omlaag, input omhoog en omlaag) op je remote indrukt. Werkte feilloos. Maar toch, als je in een bepaalde prijsklasse iets aankoopt verwacht je meteen alles in de doos te vinden. Het zijn, vermoeden we, weer die pragmatische studio-roots van het merk.

VOLTAiR

Ondanks hun schijnbaar kleine formaat (zie opnieuw: de diepte) zit onder de motorkappen van de twee SPL-toestellen heel wat techniek, zoals een immense toroïdale transformator die bijna het geheel van de binnenkant van de eindtrap inneemt. De metalen behuizing levert vast ook een bijdrage, maar het is vooral dit onderdeel (met de bijhorende koelvinnen) dat het gewicht van de Performer naar 13 kg tilt. Net omdat het een relatief klein toestel is verraste dit wel toen we de versterker uit zijn doos tilde.

Het uithangbord van dit Duits merk is de VOLTAiR-technologie, een eigen versterkerdesign dat ontwikkeld werd in reactie op het gebruik van opamps. SPM koos voor een discreet ontwerp dat meteen heel wat groter is dan een opamp-versterkerchip. Het formaat is echter wat minder belangrijk dan het feit dat elk versterkertje werkt op 60 Volt, wat in een dubbele opstelling neerkomt op 120 Volt (gelijkstroom). Dat is een hogere voltage dan andere (operationele) versterkers; SPL claimt zelfs dat niemand anders het zo hoog zoekt. Door die keuze heeft de fabrikant het zichzelf moeilijker gemaakt, omdat ze eigen discrete schakelingen moest ontwikkelen (de Supra Opamp). Dat vindt SPL het echter waard omdat die stap naar een hogere voltage de enige manier zou zijn om meer headroom en dynamisch bereik te bieden, terwijl er tegelijkertijd minder noise is. En dat is dan weer waarom de SPL-eindtrap qua THD+N de betere prestaties van een high-end DAC-chip kan weergeven, aldus alweer de fabrikant – die overduidelijk heel trots is op zijn versterkertechnologie.

De link met d/a-conversie brengt ons wel naadloos bij de Director Mk.2, een zeer veelzijdige voorversterker die je ook als pure DAC kunt inzetten. De conversie wordt afgehandeld door een Asahi Kasei Microdevices-DAC, vermoedelijk de AKM4490 uit de Velvet Sound-reeks, gevolgd door een low-passfilter die afgestemd is op de 120 Volt-eindtrap.

De studioroots van het bedrijf zijn heel merkbaar bij dit apparaat, en niet alleen aan de tape monitor-loop. Er zijn bijvoorbeeld zes analoge ingangen, waarvan twee gebalanceerde XLR-aansluitingen. Ook de verbinding naar de eindtrap verloopt uitsluitend via XLR-kabels, iets om in gedachten te houden als je de Director zou willen gebruiken met een eindversterker van een ander merk. Op vlak van digitale ingangen kun je rekenen op een USB klasse B (voor een aansluiting op een computer of mobiel apparaat), een optische en een coaxiale ingang, en digitale AES-XLR. Dat zijn behoorlijk wat mogelijkheden zoiets kleins.

Conclusie

In onze testruimte hangen we de SPL-set aan onze Focal Sopra N°2’s, met een Auralic Altair ingezet als Roon-eindpunt. De speakers staan nog opgesteld na de recente test van de Hegel H390. We ervaren meteen een groot contrast. De ultieme strakke controle die de Hegel-versterker tentoonstelde is hier minder present (de dempingsfactor is heel wat lager bij de SPL), maar qua klankkleur is de match met de Focals een stukje beter. En bovendien, de SPL mag compact zijn, het is snel duidelijk dat de eindtrap barst van het vermogen. Misschien is het wel door die fysieke tegenstelling tussen kleine versterker en mansgrote luidspreker, maar we kijken enorm op van hoe de SPL’s de Sopra’s in het laag tot leven brengen.

Datzelfde verrassingseffect speelde wellicht ook bij de demo in High-end München. We denken spontaan terug aan een test vorig jaar van de Mytek Brooklyn DAC en Mytek Brooklyn Amp. Van ver lijken de Myteks en SPL’s sterk op elkaar: twee merken uit de studiowereld, twee pre/eindtrap-combinatie, twee sets die heel compact gebouwd zijn. Maar qua techniek en ervaring is het toch iets helemaal anders, afgaande op wat we herinneren – altijd lastig met geluid – van de Mytek-dubbeltest en in onze testnota’s lezen.

Naast volledige albums spelen we tijdens het testen altijd een ruime selectie uit dezelfde playlists van een honderdtal testtracks af. Een vaste waarde is ‘War Anthem’ van Max Richter, een track die net zoals ‘Angel’ van Massive Attack luidsprekers qua bassen enorm op de proef stelt – en dus ook versterkers dwingt om het onderste uit de kan te halen. Het gaat de Performer moeiteloos af. Indrukwekkend. Bij cellist Vincent Belangers ontroerende ‘Amazing Grace’ krijgen we de indruk dat de SPL Director wel een warme toets toevoegt aan digitale bronnen. We zijn geneigd om dat op de DAC-implementatie te steken omdat de Phonitor 2 die we goed kennen (en ook een VOLTAiR-versterker is) net heel neutraal overkomt.

Het fijne, dartelende snaarwerk in ‘Foscarini’s groove’ op het intrigerende ‘Roma ‘600’-album weet de SPL-combo heel knap maar ook zacht en met alle nuances over te brengen. Die snelle tempoveranderingen en dynamische pieken absoluut geen probleem zijn, blijkt ook uit het opmerkelijke ‘The Quanta Series’ van de Syrisch-Armeense-Amerikaanse artieste Karynn. Het is een merkwaardige mix van techno en experimentele muziek, bijzonder om naar te luisteren maar ook ergens betoverend. Bij ‘Binary’ gaat het bliksemsnel van een eenzame stem naar een supersnelle drum ‘n’ bass beat, iets dat SPL dankzij zijn schijnbaar enorme krachtreserves moeiteloos overbrengt.

Conclusie

Je merkt keer op keer dat de Director Mk.2 en Performer s800 niet uit de traditionele hifi-hoek komen. De nadruk op de technische specificaties, de relatief bescheiden kleuring (iets gecompenseerd door de AKM-DAC) en het functioneel retrodesign. Oninteressant voor de hifi-liefhebber? De SPL-toestellen gaan inderdaad niet voor iedereen even boeiend zijn. Maar, net omdat de dingen zo klein zijn, krijg je hetzelfde effect als bijvoorbeeld bij een 595 Abarth of een Mini JWC. Het lijkt op een klein doosje dat niet kan wedijveren met een kolos van een eerbiedwaardig merk, maar de prestaties zullen je snel op andere gedachten brengen. 

SPL Director Mk2
3.499 euro | www.spl.audio
Beoordeling 4 op 5

SPL Performer s800
3.299 euro | www.spl.audio
Beoordeling 4,5 op 5

[ad_2]

- Advertentie -