Peter Smidt is geestelijk vader van Eurosonic Noorderslag: ‘Na het Songfestival is dit het grootste platform voor muziek’ – Cultuur

[ad_1]

Dat Eurosonic Noorderslag in Groningen het grootste Europese showcasefestival annex muziekconferentie zou worden dat het nu is, het op een na grootste muziekproject van de European Broadcast Union (na het Songfestival), het platform om Europees en Nederlands repertoire te laten zien en ‘rond te pompen’: wie had dat gedacht toen het begon, 34 jaar geleden?

- Advertentie -

Peter Smidt haalt graag herinneringen op, aan de keukentafel in zijn Amsterdamse huis waar hij al 25 jaar woont. Omdat John de Mol senior (vader van John en Linda, opa van Johnny) hem destijds naar Conamus (nu Buma Cultuur) haalde, de instelling die Nederlandse muziek ondersteunt en promoot.

Behangen met onderscheidingen

De bedoeling was: een persoonlijk verhaal over Peter Smidt (60), de man die aan de wieg stond van Eurosonic Noorderslag en die vorig jaar terugtrad, behangen met onderscheidingen en awards – van officier in de orde van Oranje Nassau tot De Veer voor wie zich het meest verdienstelijk heeft gemaakt voor de muziekindustrie. ,,Die prijs heb ik ooit zelf in het leven geroepen, nooit gedacht dat ik die nog eens zou krijgen.”

Ja, die ziekte. Eigenlijk wil hij het er helemaal niet over hebben. Hij kreeg de diagnose MS (multiple sclerose) en dat is dan dat. Formeel werkt hij niet meer, ,,maar ik doe nog wat ik kan. Eurosonic Noorderslag, dat is net zoveel een kind van mij als mijn dochter, daarvoor voel ik net zo veel verantwoordelijkheid. Niet alleen voor het evenement op zich, maar ook de dingen die daar moeten gebeuren en die een bepaald resultaat moeten opleveren.”

De rest van de middag praat hij vol vuur en enthousiasme over zijn kindje (ook over zijn dochter trouwens), zijn missie en zijn drijfveren. Een persoonlijk verhaal over Peter Smidt is een gedreven verhaal over Eurosonic Noorderslag.

Eurosonic Noorderslag

 

 

In Groningen vindt vanaf woensdag het vierdaagse festival Eurosonic Noorderslag plaats: van 15 tot en met 18 januari. Kijk hier voor meer informatie.

Het is begonnen met Holland – België

Hoe begon het ook weer? Pim van Klink, toen net aangetreden als jonge directeur van het Groninger cultuurcentrum De Oosterpoort, wilde wel een popfestival. En dus benaderde hij Stichting Pop in Groningen, de vlag waaronder Peter Smidt destijds concerten in de stad organiseerde met Rob Akker en Robb Kauffman.

Herman Brood is zo’n ongelooflijk belangrijke man geweest

Dat werd Holland-België, in 1986. Het idee was: elf bands uit België, toen hot als popland, en elf uit eigen land, in een speelse wedstrijd. ,,Dat was een grapje, een marketingdingetje.” Maar wat niemand verwachtte: de Volkskrant kopte boven de recensie doodleuk ‘Holland-België 1-0’.

,,Niemand realiseerde zich dat die Nederlandse bands zo goed waren. Maar Volkskrant-recensent Peter Koops wist dat wel. Die volgde die scene, wat toen de Amsterdamse Gitaarschool heette. Hij schreef de perfecte recensie, die ook een enorme impact had.” Reden genoeg om het jaar daarna de eerste echte Noorderslag op poten te zetten, met alleen maar Nederlandse bands. Om de actuele stand van zaken in de Nederlandse popmuziek te laten zien.

Conferentie is het hart van Eurosonic Noorderslag

Omdat daarop toch al de ‘profs’ uit de Nederlandse muziekindustrie afkwamen, werd er een conferentie bij georganiseerd: ,,Ik had echt geen idee hoe dat moest.” En om die conferentiegangers ook de vrijdag naar Groningen te lokken en ze daar ’s avonds te houden, kwam er programma bij.

En omdat de profs uit de rest van Europa ook hun eigen bands wilden meebrengen, werd dat Eurosonic. Gecombineerd weliswaar met Noorderslagting, het rebelse alternatief van Eddy Koekkoek om lokale bands neer te zetten. ,,In de pers werden we tegenover elkaar gezet, maar achter de schermen werkten we nauw samen.” En intussen is die conferentie het hart van Eurosonic Noorderslag. ,,Zonder conferentie geen festival.”

Een scene, een netwerk van min of meer verwante bands, mensen achter de schermen om die bands aan het werk te zetten, media om daarvan verslag te doen, een gunstige infrastructuur met zalen die graag meewerken. Dat geldt voor de Nederlandse pop, dat geldt op Europees niveau en zeker ook lokaal. Dat zag de jonge Peter Smidt van nabij in het Groningen van de late jaren zeventig.

‘Herman Brood, een ontzettend slimme man’

Hij groeide op in Oldenzijl, ,,maar ik vond het fietsen naar school niet zo fijn en ik wist niet hoe snel ik naar Groningen moest verhuizen”. En in Groningen had je Herman Brood. ,,Dat is zo’n ongelooflijk belangrijke man geweest, voor Nederland en voor Groningen.” Het is bekend: als Groningse tenten in die tijd livemuziek boden, mochten ze in de nacht openblijven. ,,En dat is een vorm van beleid die heel veel dingen in werking kan zetten.” Herman Brood, ,,een ontzettend slimme man”, sprong daarop in.

,,Hij speelde drie, vier keer per week in Groningen. En daarom werd hij ook zo goed, omdat hij zo veel speelde. Ik was eerst nog te jong om naar binnen te mogen, maar ik vond die Brood superspannend. Popsterren, die kwamen uit Engeland, Amerika. Maar Herman was een popster in Groningen. Hij liet zien dat je het ook zelf kon. Dat was zo inspirerend. Ja, je moest je best doen op school en je huiswerk maken. Maar dit was veel toffer! Opwindend, punky eigenlijk. Dan kwam je ’s ochtends spijbelend in Josje, de koffiekroeg in de Peperstraat, was Herman daar. Die was nog bezig!”

De snelgroeiende muziekscene van Groningen verzamelde zich ’s nachts in de Speakeasy, vaak na gedane zaken elders in het land. ,,Herman Brood gebruikte die plek als oefenruimte, ook met publiek. Hij stond in die tijd achter de piano, durfde er nog niet goed voor te staan. Hij leefde volgens mij in die tijd van de verkoop van snelheidsverhogende middelen. Hij strooide wat van dat spul over de piano, altijd enthousiast publiek vooraan.”

Broods voorbeeld zette verscheidene andere aanstormende muzikanten aan het werk, cafés gingen ook meer muziek programmeren. En Syp Wynia, tegenwoordig een rechtse opiniemaker, schreef er druk over in Nieuwsblad van het Noorden, zodat er ook publiek kwam. ,,Zo werkt het. Je hebt artiesten nodig, speelplekken, en de media.”

Joy Division zien in Londen, voor weinig geld

In die punktijd was het ,,vrij vanzelfsprekend” dat je in een bandje belandde. ,,Tegen mij werd gezegd: jij gaat zingen.” Eerst punkband The Fuck-Ups, daarna de iets zwartgalliger Dark Ravens Of Dance. Maar intussen vertrok hij ook nog eens naar Londen – op vakantie, hij bleef er twee jaar hangen.

Eigenlijk voor de punk, die daarvandaan kwam. Dat viel tegen. ,,Iedereen in die scene zag er hetzelfde uit, met die punkoutfit. Boring. Mijn idee van punk was juist dat het heel individualistisch was en creatief en noem maar op.” Toch viel hij met de neus in de boter, want de uitdagender klanken van wat later postpunk ging heten waren in volle bloei. Kon je op één avond bands als Joy Division, Echo And The Bunnymen en The Teardrop Explodes zien, voor weinig geld.

Vechtpartij met Bob Geldof

Peter Smidt dronk het allemaal gretig in en kreeg een baantje in de Roxy Diner, een restaurant waar veel muzikanten uit de scene kwamen. Ook al omdat zulke tenten, anders dan pubs met hun sluitingstijd van elf uur, tot één uur ’s nachts konden openblijven. Smidt heeft er nog gevochten met Bob Geldof, en een van de collega’s in de keuken speelde in de band Madness.

De Bowie Nights elders in Londen waren het begin van de New Romantics-beweging: ,,Mensen die punk ook boring vonden en iets nieuws bedachten, heel kleurrijk, met extravagante uitdossingen. Daaruit kwam later ellende als Duran Duran en Spandau Ballet voort, maar als beweging, als culturele gebeurtenis vond ik dat heel indrukwekkend om te zien. Een scene die zich ontwikkelt, en steeds verder gaat. Nachtcultuur, club culture, heel inspirerend.”

Conservatieve Thatcher jaagt Smidt naar Groningen

Desondanks keerde Smidt na een kleine twee jaar terug naar Groningen. Met het conservatieve regime van Margaret Thatcher werd het er in Engeland niet leuker op, ,,en op zo’n leeftijd doe je ook maar wat, dingen gebeuren. Er was een meisje dat me vaak belde en ik had nog apparatuur in Groningen staan, ik was bang dat dat zou worden verkocht. Ineens woonde ik weer in Groningen.”

Hier raakte hij betrokken bij de kraak van voormalige bioscoop Grand Theatre en de invulling daarvan. ,,Dingen organiseren met muziek, beeldende kunst, alles door elkaar. De meest rare dingen, en je wist niet wat het werd. Dat gebeurde in kraakpanden elders in het land ook. Daar werkten we wel mee samen, en ook wel met plekken in Berlijn. Als je daar toffe bands zag, kon je die vragen om in het Grand te komen spelen.” In Berlijn kwam hij vaker, want hij deed intussen boekingen voor verschillende bands. ,,Voor mijn eigen band ging dat best goed, dus vroegen anderen of ik dat ook voor hun wilde doen.”

Zo kwam hij erachter dat hij naast en achter het podium meer kon betekenen, als manager, boeker, organisator, dan erop. Een bewuste keuze, ,,voor zover je op die leeftijd bewuste keuzes maakt. Een liedje gaat over emotie. Als je het voor het eerst speelt, is die emotie nog heel echt. Maar naarmate je het vaker speelt, wordt het meer vertolking en minder echt. Daar zat ik heel erg mee. En wat je je dan ook afvraagt: dragen mijn liedjes wel bij aan al die liedjes die er al zijn?”

Pim van Klink adviseert studie kunstbeleid

Op aanraden van Pim van Klink ging Smidt aan de Rijksuniversiteit Groningen kunst en kunstbeleid studeren. Niet dat hij die studie afmaakte, ,,maar ik heb er ongelooflijk veel geleerd. Er is bij mij wel een luxaflex opengetrokken in hoe ik naar de wereld kijk.” Liefde voor kunst was hem van huis uit al bijgebracht. ,,Mijn vader kon oprecht boos worden als dingen lelijk waren, of slecht ontworpen.”


Peter Smidt tijdens ene eerdere editie van Noorderslag.

Fré Smidt, geboren in het Bildt, was architect. ,,Als ik de desolate omgeving bekijk vraag ik me af: hoe bedenkt zo’n timmermanszoon het om te ontsnappen en in Parijs te gaan studeren? Later werkte hij samen met Mart Stam, en tijdens de studie kwam ik erachter dat dat een heel belangrijke architect was.”

Die studie, zijn ervaringen in Londen en in de praktijk van Groningen brachten hem tot inzichten die de richting van het huidige Eurosonic Noorderslag nog altijd bepalen. ,,Ik vind dat we in Nederland soms heel raar denken over kunst en kunstbeleid. Ik vind dat we dat anders moeten doen, meer zoals in Engeland en de Verenigde Staten.’’ Pop, stelt hij, is een relatief nieuwe kunstvorm en je moet niet de fout maken om die te behandelen als de oude, traditionele vormen. ,,Ik denk dat pop een heel ander kunstje is, met volstrekt eigen, unieke kenmerken, en dat heeft ook een eigen beleid nodig.”

Als het om popmuziek gaat, zijn Engeland en de Verenigde Staten echt ‘makerslanden’. ,,In Nederland praten we vanuit kopers-perspectief. In Engeland en Amerika gaat het erom: hoe zorgen we dat we ons product kunnen verkopen? Hier is het vaak: hoe krijgen we dat hippe bandje uit Amerika hier, in plaats van: hoe zorgen we dat deze Nederlandse artiest de wereld verovert?”

Dat is de kern van Eurosonic Noorderslag. ,,En ook de kern van mijn werk bij Buma Cultuur, daar zit wat mij betreft niet zo’n scheiding tussen”. Want wat is Eurosonic Noorderslag eigenlijk? ,,Niet zozeer een festival, maar iets heel anders. Het is een platform voor Europees repertoire. Een vliegwiel. Er wordt zoveel geweldige muziek gemaakt, ook op het Europese continent. Maar dat krijgen de mensen vaak niet te horen.”

‘We brengen muziek onvoldoende aan de man’

Hoe zorg je dat muziek onder de mensen komt? Door het aan de man te brengen. Marketing, structuren aanleggen, weten hoe dingen werken. ,,Dat is onderdeel van deze kunstvorm, dat is een kunst op zichzelf. Daarmee zijn wij in Nederland onvoldoende bezig, we zien de enorme potentie niet die wijzelf hebben. We kopen heel veel muziek, en dan vinden we onszelf heel cultureel. Willen we dan niet maker van muziek zijn? De wereld veroveren en onze creaties laten horen? Trends setten in plaats van volgen? Is dat niet nog toffer?”

,,De universiteit in Groningen zou dit moeten oppakken; een studierichting popbeleid opzetten. We hebben economen nodig, mensen met veel verstand van rechten, bright minds die nadenken over de ontwikkeling van de creatieve industrie.”

,,Europa heeft veel meer inwoners dan Amerika. Als wij onze zaakjes slim regelen, hebben we een veel grotere muziekbiz. Waarom werken we er niet naar toe om zelf dingen te maken? De toekomst is aan de creatieve economie.”

In die zin is brexit ook een kans. ,,Dat biedt enorme mogelijkheden voor continentaal Europees repertoire. We zijn altijd in competitie, want je kunt maar naar één liedje tegelijkertijd luisteren.”

Het is een content war, zegt hij. ,,Wie levert de inhoud? Wie levert de voedingsstoffen voor je gedachtes en gevoelens? Dat is wat kunst en muziek doen. Dat is ook heel belangrijk voor je identiteit. Nu is ons continent weer aan de beurt. Wie er het hardste voor werkt, wint de wedstrijd.”

Het is een gedreven verhaal. En nu heeft de ziekte hem min of meer tot stilstand gedwongen. ,,Ja, dat vind ik heel jammer. Ik ben nog niet klaar. Ik heb nu wel meer tijd om na te denken. En ik denk dat ik tot op zekere hoogte een aantal dingen bereikt heb. Het klinkt pedant misschien, maar nu moeten de voorzetten worden ingekopt. Dat moeten andere mensen dan maar doen.”

Paspoort

Naam Peter Smidt

Geboren 29 augustus 1959 in Amsterdam, opgegroeid in Arnhem en Oldenzijl

Opleiding: studie kunst en kunstbeleid aan de Rijksuniversiteit Groningen (niet afgemaakt)

Carrière: manager en boeker van verschillende bands; concertorganisator in Groningen; programmeur Grand Theatre en De Oosterpoort, Groningen en Bevrijdingspop, Haarlem; diverse functies bij Buma Cultuur (voorheen Conamus)

Privé: woont alleen in Amsterdam en heeft een dochter, Bo Joline (14)



[ad_2]

- Advertentie -